Het lijkt een scheldwoord, maar het is de aanduiding van het stadium waarin een jonge vogel verkeert zolang hij alleen - met af en toe wat gefladder - rondscharrelt in de takken rond het nest en nog niet écht kan vliegen. Dan heet hij zo, een 'takkeling'. 't Is even een weet.

Nou een van 'onze' jonge Haagse Boomvalken verwierf vanochtend die titel. Het jong verliet het nest om er vlak boven te gaan poetsen en stoer te gaan zitten wezen. Na een tijdje kreeg het toch heimwee en dook het nest weer in. Jong twee bekeek alles met belangstelling en soms zelfs met enthousiasme, maar durfde zelf de stap nog niet te zetten. Dat komt spoedig; let maar op. Moe deed net of ze er geen interesse in had en ging er met haar rug naartoe zitten. Heel stiekem keek zij af en toe even om, want ook voor haar zijn dit spannende momenten. Pa hield op een afstandje de wacht en joeg af en toe een plaatselijke meeuw de stuipen op het lijf. Meer niet.

's Middag op Lentevreugd was het ook een en al Boomvalk wat de klok sloeg. Ik zag er vier. Druk in de weer met vliegoefeningen, jachtpartijen en lui zitten wezen in de kale bomen.

Een - fotografisch gezien - vruchtbaar dagje.

Als je even klikt op deze link naar de Sperwerfoto van 26 juli, dan kan je goed zien hoeveel groter het beestje inmiddels is gegroeid. Ik ga er dan voor het gemak maar even van uit dat dit dezelfde is en die kans is 50% (er waren tenslotte maar twee jongen). Zo niet dan zit er maar twee dagen verschil in en wie ziet dat nou?

De foto's in deze presentatie zijn trouwens van mijn hernieuwde kennismaking vanochtend met deze jonge Sperwer bij het tuintje van Robin in Roelofarendsveen. Hij (de vogel dus) was behoorlijk vliegerig en schreeuwerig. Waarschijnlijk wat camera-vrees. Maar hij staat er alleszins redelijk op, toch? Zijn nestgenoot zat duidelijk verder weg. Heel af en toe hoorde ik hem, maar van zien kon geen sprake zijn. Maar met deze ene ben ik ook tevreden.

Het lijken er echt maar twee te zijn daar op dat Boomvalkennest in Den Haag. Zo te zien bijna klaar om eruit te stappen. We houden ze in de gaten!

De Boomvalken in Meijendel waren duidelijk wat jaloers op de aandacht die de andere twee regionale koppels de laatste dagen van mij kregen. Daarom deden zij vanmiddag hun uiterste best om ook op de foto te komen.

Vanaf de Meijendelse Berg - die uitkijkt over de Violendel en op de Prinsenberg - had ik er een prachtig zicht op en een kwam er zelfs voor deze speciale gelegenheid recht over mij heen vliegen. Hij staat erop (de laatste foto uit de diaserie)!

Wat mij trouwens wél achter de computer opviel is dat het tweede exemplaar dat ten tonele verscheen een opvallend licht voorhoofd had. Zo afwijkend dat ik mij afvraag of het echt wel een Boomvalk is.

Wie het weet mag het zeggen! Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Op elke verjaardag kreeg je het vroeger te horen: 'Wat ben jíj groot geworden zeg!" Daar dacht ik aan toen ik op Arno's advies toch maar even bij de Boomvalken ging kijken. Waren er donderdag 1 augustus alleen nog donsjongen te zien; nu stond er een 'bijna takkeling' op het nest. Wat gaat dat snel. Nog even en het vliegt. Spannend!

Hierna hebben Arno en ik in de Nieuwe Scheveningse Bosjes nog gezocht naar een andere Boomvalk, want iemand had er daar een gehoord. Nou, geen Boomvalk, maar wel drie jonge Sperwers. Ook leuk. En toen .....

's Middags werden wij (nu Piet en ik) op Lentevreugd getrakteerd op een meer dan anderhalf uur durende show van een - en tijdens een prooi-overdracht zelfs van twee - Boomvalken. Wat ver weg voor het mooi, maar toch leuk genoeg om te laten zien, toch?

Hopelijk leeft deze jonge Zilvermeeuw nog lang en gelukkig, maar dat heeft dan niet aan de vanger gelegen. Het zat zo:

Ik zag tussen de blokken op het Noordelijk Havenhoofd een meeuw spartelen. Hij bleek het kunstvisje gepikt te hebben waarmee een jeugdige visser aan het 'werphengelen' was. Het beest raakte geheel verward en de jongeling knipte uiteindelijk de lijn door. Het beest dreef af en kon niets meer. Toen hij teruggedreven was tussen de blokken vroeg ik het vissertje hem ertussenuit te halen, zodat ik hem konden ontwarren. Hij weigerde dat onder het motto: Er gaan duizenden meeuwen dood.

Ik ben daarop wat andere vissers langsgegaan om te kijken of een van hen bereid was naar beneden te klauteren, doch mis evenwel. Een toerist belde daarop op mijn verzoek de Dierenambulance. Zij zouden komen, maar in de tussentijd kwamen er wat verse vissers aanlopen waarvan er een onmiddellijk bereid bleek te helpen. Op zijn slippers huppelde hij de blokken af, greep het beest bij de kladden, kreeg een haal over zijn gezicht, maar wist hem uiteindelijk met zijn nagelknippertje te bevrijden. Zij (de meeuw en zijn redder) leven hopelijk nog lang en gelukkig.

En het loze vissertje? Dat was inmiddels het boze vissertje geworden omdat hij zijn 'plug' (het kunstvisje dus) niet terugkreeg; kan je nagaan, zelf de lijn kappen, niet willen redden en dan nog praatjes hebben ook. Billenkoek moest hij hebben!

Ingrid maakte, naast bovenstaand fotoverslag van de redding, zich boos op het manneke en zijn vriendjes en sprak hen aan. Geen succes. Als 'oud wijf' kon zij inpakken en wegwezen. Waar moet dat heen!

Maar gelukkig zijn er ook nog bloklopende 'helden'. Het zal dus wel loslopen.