De ALP WINGER komt zojuist het Ankergebied Scheveningen in draaien. Komende week zijn er trouwens vijf ALP'jes in Nederland. Lees maar:
In datzelfde Scheveningse Ankergebied ligt de ALP FORWARD al een tijdje en de ALP ACE en de ALP CENTRE liggen stil in de Waalhaven.
Volgens een insider is er gewoon te weinig werk voor de tien ALP'jes en zouden van de overige vijf er drie andere ook stilliggen. Daar zal ALP's gloednieuwe eigenaar Altera Infrastructure vast niet vrolijk van worden.
De eerste verrassing vanmorgen op de Kaag was dat de Haviken niet één jonge schreeuwlelijk hebben, maar minstens twee.
Een daarvan zat al met zijn vleugels te klooien. Dat schiet op dus.
De andere verrassing was deze Grauwe Klauwier. Die zat in het hoekje van de Aderpolder waar ik de Koekoek dacht te vinden. Ook goed!
En tot slot van dit verhaaltje de Blauwborst. Niet echt een verrassing, maar meer een leuke toegift.
Vanochtend stond het mannetje op een paaltje vlakbij het nieuwe Kooipolder-nest op wacht. En toen ik terug kwam van mijn dagje Lakerpolder, was het vrouwtje eerst aan het jagen om vervolgens op haar nest te duiken. Zij blijkt dus toch het geringde exemplaar te zijn dat ik eerder, te zamen met waarschijnlijk een van haar jongen van vorig jaar, kiekte.
Niet dat ik nou zo tevreden ben over deze foto, maar het laat wel mooi een typische eigenschap van een Graszanger zien. Die vliegt namelijk met zijn poten naar voren; zie je?
En hier een bewijskiekje dat hij daar ook vandaag met nestmateriaal aan het slepen was. Bovendien gedroeg hij zich behoorlijk territoriaal. Tot twee keer toe zag ik dat hij achter een Rietgors aan ging die hem te dicht in de buurt kwam.
En hier ben ik nog niet zo zeker van wat het is. Weer nestmateriaal of toch gewoon lekkere hapjes? Wie het weet mag het zeggen.
En de rest was helaas nog onscherper; klik maar!
"Er zat gisteren een Graszanger in "jouw" Lakerpoldertje!" Die mededeling kreeg ik zaterdag van Fred.
Niet alleen zeldzaam, maar ook nog eens een nieuwe soort (#315) voor mij. En gelukkig (her)ontdekte ik hem vanmorgen direct op geluid. Ik wist het echter pas zeker toen de ontdekkers Jurren en Fred arriveerden en mijn geluidswaarneming bevestigden. Toen pas begreep ik ook dat je meer in de lucht moest kijken dan in het gras. Met die wetenschap was het snel 'gepiept'. Ik kon echter schieten wat ik wilde, maar écht mooi werd het niet. Soms herkenbaar en dat is voorlopig voor mij meer dan voldoende. Ik heb alle foto's waar ook maar iets op te zien is vooralsnog maar onder de knop "Meer foto's" gezet, misschien handig ter finale determinatie.