Vandaag maakte ik mijn tweede rondje als "tugspotter". Dat bracht mij o.a. op de Landtong Rozenburg. En dit was de eerste sleper die ik in die nieuwe rol kiekte. De andere acht staan onder de knop.
Mijn eerste nieuwe schreden op het pad van de ‘tugspotter’ leveren ook geheel nieuwe ervaringen op. Zoals dit keer, waarbij een sleepboot zomaar verdwijnt.
Een van de vijf grote Nederlandse Zeeslepers van de Boskalis-dochter Fairmount Marine was volgens de site Marinetraffic 'buiten bereik'. De laatste positie was de Waalhaven in Rotterdam.
Ik dus vandaag op onderzoek uit. Naar de Waalhaven. Die kon ik vinden, inclusief allerhande indrukwekkende pontons en offshore-schepen van Boskalis, maar geen Fairmount Expedition. Gezonken? Gesloopt? Geen idee.
Nadat ik nog wat had rondgeneusd en was doorgereden naar de kop van de Landtong Rozenburg, ging ik thuis achter de computer door met de zoektocht naar de verdwenen sleper. En wat dacht je wat? Ik kwam een serie foto’s tegen die collega ‘tugspotters’ van de Fairmount Expedition hadden gemaakt, terwijl die aan boord werd genomen van het afzinkbare zware-lading-schip van Dockwise, de Blue Marlin. Die vertrok op 28 oktober 2016 met bestemming Singapore. Daar gaat de sleper op station gaat liggen, zolang de twee plaatselijke Fairmount-slepers op een grote sleepklus zijn. Vandaar.
Niet direct ‘van de aardbodem verdwenen’ dus, maar wat scheelt het?
Ter compensatie van het ‘uitgevogeld’ zijn, pakte ik vandaag een oude hobby op, 'tugspotten', zoals dat vandaag de dag heet. En al op deze eerste dag van mijn switch, kwam ik een al bijna even oude ‘liefde’ tegen. Een voorteken?
Wat wil je later worden? Brandweerman, piloot, dokter? Ik wist het wel. Ik zou sleepbootkapitein worden. Dat was waarschijnlijk een erfelijke afwijking. Mijn beide ouders kwamen namelijk uit de havenstad Rotterdam, waar mijn vader bovendien in zijn jonge jaren bij de Rotterdamsche Lloyd had gewerkt. Hoewel zij verhuisden naar Den Haag, bleef Rotterdam trekken. Niet alleen voor familiebezoeken, maar ook voor tripjes langs de havens. Hij regelde met zijn oude werkgever voor mij ook eens een bezoek aan hun vlaggenschip, de Willem Ruys. (Dat schip is inmiddels niet meer, maar gelukkig heb ik de foto’s nog.)
Ik kreeg daardoor de smaak zo te pakken dat ik in mijn jonge jaren zeer regelmatig in mijn eentje naar Rotterdam fietste om bootjes te fotograferen in de buurt van de Parkkade. Dat was toen nog het domein van de havenslepers. Die zag ik daar dus vaak aan het werk. Geweldig!
Ik haalde elk boek uit de bibliotheek dat er maar iets mee te maken had. Van Hollands Glorie tot De Kapitein en van 20-Duims manilla tot Station Azoren.
Dat was ook de periode dat ik regelmatig naar Hoek van Holland fietste. En weer om bootjes te kijken. Daar lagen toen de eerste Europoort-slepers. De zusterschepen Schouwenbank en Steenbank en van de concurrent de Azië en de Europa.
Ik kreeg het toen zelfs voor elkaar dat ik een keer aan boord van de Steenbank mocht rondkijken. Vanaf toen wist ik het zeker: sleepbootkapitein!
Een andere voedingsbodem voor dat idee vormde de - op 24 november 1965 in Ter Heyde - gestrande PING AN, die later ter plekke zou worden gesloopt. Ik fietste er regelmatig naartoe.
Wittekop |
Ik ben nooit verder gekomen dan de Zeeverkenners, want voordat ik naar de Zeevaartschool kon, kreeg ik een bril. Toen restte er nog maar twee functies, te weten marconist of machinist. Voor marconist bleek ik niet in wieg te zijn gelegd en machinist? Nou nee, dank u. Mij te heet.
En hoewel een van mijn beroepskeuze-tests als advies opleverde ‘waterklerk’, werd het geen baantje in de scheepvaartsector, maar bij het Haagse hoofdkantoor van de ANWB. Daar had ik zicht op een functie bij het Bureau voor Watertoerisme, zodra dat naar Den Haag zou worden overgeplaatst. Kwam in de buurt, toch?
Inmiddels ben ik daar gepensioneerd en sindsdien de trotse bezitter van deze ONJ Loodsboot 770. Een kajuit-motorsloep met een "stoere" uitstraling.
Maar nu terug naar vandaag. Toen ik dus voor het eerst weer naar sleepboten ging kijken, zag ik in de haven van Maassluis zowaar mijn oude liefde, de Steenbank. Geheel in de grijs/blauwtinten van de Belgische Zeemacht - alwaar hij zijn laatste dagen sleet als A950 Valcke - en onder de roest. Gered van de sloop en klaar voor een make-over tot Museumschip. Ook die dus in de herkansing. Een voorteken?
Wordt vast nog wel vervolgd.
Ter afronding (dachten wij toen) van de soap Over de valk en de mus, kreeg ik op 16 mei 2016 van de toenmalig Voorzitter van de Haagse Vogelbescherming de HVB-beleidsnotitie Torenvalk vs Huismus, geadresseerd aan de Stadsecoloog, Mw. Esther Vogelaar. De samenvatting en conclusie daarvan luidde als volgt:
In het vorenstaande is nagegaan of de huismussenpopulatie op het Norfolkterrein gevaar loopt vanwege de aanwezigheid van een broedpaar torenvalk. Gelet op de ecologische niche van de torenvalk is daarvan geen sprake, hoewel enige predatie natuurlijk wel degelijk voorkomt. Een grotere bedreiging wordt gevormd door de gevolgen van de voorgenomen (bouw-) activiteiten op en rond het Norfolkterrein. Daar zijn echter mitigerende maatregelen voor getroffen. Die moeten vooral ten doel hebben de landschapskwaliteit voor de huismus te borgen. Daarbij moet vooral gedacht worden aan beplanting (bruidssluiers) en ruige zanderige veldjes. De nestkast voor de torenvalk is in principe overbodig; de torenvalk is prima in staat om op basis van habitat en voedsel zelf keuzes te maken over wel of niet vestigen. Het weer verplaatsen van deze nestkast is echter geen optie. De gemeente onderhoudt al contacten met de HVB over nestkasten in de openbare ruimte. De HVB is bevoegd nestkasten op te hangen, particulieren niet (voor zover het de openbare ruimte betreft).
Vastgesteld in bestuursvergadering d.d. 28 januari 2016 van de Haagse Vogelbescherming
Je zou zeggen dat daarmee een einde zou zijn gekomen aan de pogingen van hun Stadsvogeldeskundige (alias De Mussenknuffelaar) om de Torenvalknestkast weg te krijgen uit het zenderduin.
“Het weer verplaatsen van deze nestkast is echter geen optie.” schrijft de notitie immers.
Niets blijkt minder waar. De Stadsvogeldeskundige blijft - ondanks een spreekverbod - uitvoerig mokken tegen het standpunt van zijn bestuur gezien ook zijn P.S. van 7 juli 2016:
PS: Mijn advies blijft dan ook om de torenvalken nestkast te verplaatsen naar het foerageergebied (waar de torenvalken overigens al jaren lang in oude nesten broedden) in de omgeving van de Baden Powellweg / Cort van der Lindenpad. Het was dan ook beter geweest als direct met de herinrichting van het Westduinpark een nestkast op die locatie was geplaatst als mitigerende maatregel. Op dat moment is er dus niet alert genoeg gereageerd.
Naar nu blijkt, is het niet bij deze verzuchting gebleven. Hij heeft - blijkens deze mail - de Gemeentelijke Stadsecoloog kennelijk toch nog zo gek gekregen om zijn wens via een achterdeurtje alsnog in het plan te fietsen. Daarmee lijkt zij te zijn meegegaan in zijn verzet tegen het - haar bekende - bestuursstandpunt. Daarvoor moest hij wel wat buurtbewoners bij haar laten klagen over de Torenvalken die de door hen bijgevoerde Huismussen massaal zouden uitroeien, maar dat was zo geregeld. En in plaats van het - via een te plaatsen webcam - vaststellen in hoeverre die klachten gegrond waren, zoals door mij aan de HVB was voorgesteld, is voor 'de korte klap' gekozen. En zo kon het dus gebeuren dat er - geheel volgens het alsnog bijgestelde plan van Arcadis (toevallig de vorige werkgever van onze Stadsecoloog volgens insiders) - vlak voor het broedseizoen twee nieuwe nestkasten in het duin verschenen en dat de huidige - achter de rug van de eigenaar om - van de ene dag op de andere - met medewerking van haar afdeling - onder de kont van de daarin al baltsende Torenvalken werd weggehaald. Tegen het bestuursstandpunt in, tegen de afspraken met mij en voorbijgaand aan de HVB-conclusie dat ‘nestkasten voor de torenvalk in principe overbodig zijn’.
En of de Torenvalken blij moeten zijn met de nieuwe kasten? Dat valt te betwijfelen. Behalve dat ze - gelukkig - buiten hun huidige territorium staan, staat de ene kast in het jachtgebied van de plaatselijke Havik en de andere op een dermate kale vlakte, dat eventueel nestverlaters vrijwel zeker op de grond zullen belanden en zo ten prooi zullen vallen aan Reintje de Vos. Beide goed voor een broedsucces van hooguit 0%, schat ik in.
Esther Vogelaar, de Stadsecoloog van de afdeling Duurzaamheid en Groen van de Gemeente Den Haag, heeft inmiddels op mijn woedende reactie op het zonder mijn voorkennis wegnemen van mijn Torenvalkkast een aantal verweerpunten naar voren gebracht. Die loop ik graag stuk voor stuk door:
Haar negen verweerpunten:
In haar mail van 25 februari 2017 komt zij met de volgende verweerpunten:
1. De kast is niet gestolen. Deze ligt gewoon bij de beheerder op het zenderpark om op te halen.
2. Onze gebouwen op het zenderpark worden mogelijk in de toekomst gesloopt waardoor wij nieuwe locaties wilden aanbieden
3. en wordt het ter plaatse veel drukker door de aanleg van het doorgaand fietspad/entree.
4. De twee nieuwe locaties (red.: de Gemeente faciliteerde de plaatsing van twee nieuwe kasten in het open duin) moeten de lokale populatie huismussen ontzien (op steenworp afstand).
5. De kast is niet jaarrond beschermd.
6. Voorafgaand aan het broedseizoen is voor alternatieve kasten gezorgd binnen het territorium (Westduinpark).
In haar mail van 27 februari 2017 voegde zij er de volgende drie aan toe:
7. Het was mij volledig onbekend dat de kast uw eigendom is.
8. Vanwege verzoeken van bewoners. (red.: vanwege de huismussen)
9. Door onze boswachter, een externe ecoloog en de Haagse Vogelbescherming zijn de locaties (red.: van de nieuwe palen dus) zorgvuldig bepaald. Het gehele Westduinpark geldt hierbij als territorium.
Laat ik die negen punten aflopen:
ad. 1. De kast is niet gestolen. Deze ligt gewoon bij de beheerder op het zenderpark om op te halen.
Het mag dan zuiver juridisch gezien - na het naderhand terugbrengen van de kast - geen diefstal meer zijn, maar het ongevraagd wegnemen van andermans eigendom is en blijft toch een buitengemeen onbeschaafde actie van een Vogelbeschermer en een Gemeentelijke instantie.
ad. 2. Onze gebouwen op het zenderpark worden mogelijk in de toekomst gesloopt waardoor wij nieuwe locaties wilden aanbieden
Voordat ik de kast (op verzoek van de Gemeente overigens) verhuisde, gaf de Gemeente aan dat er voor de oude zendgebouwen nog geen concrete herontwikkelingsplannen op tafel lagen. Wij spraken daarom af dat de kast in afwachting daarvan tenminste tot en met 2018 mocht blijven hangen. Vanaf dan zouden wij verder zien. Het terugdraaien van die toezegging had tenminste ruim van tevoren aan mij aangezegd moeten worden, zodat wij in gezamenlijk overleg de consequenties ervan serieus hadden kunnen afwegen.
ad. 3. en wordt het ter plaatse veel drukker door de aanleg van het doorgaand fietspad/entree.
Het was de tijdelijke gebruikers van de locatie bekend dat er een fietspad doorheen zou komen. De torenvalken zijn echter wel wat gewend. Zij zaten eerder al op een super drukke trailerparkeerplaats, een bouwplaats en een festivalterrein. Geen punt dus voor die beesten. Zij zochten het menselijk gedoe zelf op. Wellicht ook omdat de Havik daar niet van houdt.
ad. 4. De twee nieuwe locaties moeten de lokale populatie huismussen ontzien (op steenworp afstand).
In de - aan haar geadresseerde - beleidsnotitie van de Haagse Vogelbescherming van januari 2016 wordt geconcludeerd dat Torenvalken geen gevaar vormen voor de Huismussenpopulatie, dat het aanbieden van nieuwe nestkasten niet nodig is en dat de (inmiddels weggenomen) kast niet wederom verplaatst behoefde te worden.
Dat de Stadsvogeldeskundige van diezelfde Haagse Vogelbescherming (HVB) zich nimmer bij dit bestuursstandpunt heeft kunnen neerleggen, is een intern HVB-probleem en maakt die conclusies niet ineens ongeldig.
ad. 5. De kast is niet jaarrond beschermd.
Dat betekent nog niet dat je hem, zonder nieuwe en dwingende redenen, door de Mussenman - als een dief in de nacht - moet laten weghalen.
ad.6. Voorafgaand aan het broedseizoen is voor alternatieve kasten gezorgd binnen het territorium (Westduinpark).
De Torenvalken waren ten tijde van de diefstal al volop aan het baltsen. Een onderdeel van het broedritueel. Daarvoor gebruikten zij de kast als uitgangspunt. Dat proces verstoren is op zijn minst dieronvriendelijk. Bovendien bieden de nieuwe kasten geen redelijk alternatief. De ene staat op geringe afstand van het nest van een Havik, hun grootste vijand en de andere staat op een dermate kale vlakte, dat eventueel nestverlaters vrijwel zeker op de grond zullen belanden en zo ten prooi zullen vallen aan Reintje de Vos. Op beide locaties een broedsucces van hooguit 0%, schat ik in.
Mijn voorstel is om de kast tenminste dit seizoen nog op de schoorsteen te laten hangen.
ad.7. Het was mij volledig onbekend dat de kast uw eigendom is.
Gelul! Sinds de vervaardiging van de kast is de afdeling Duurzaamheid en Groen voortdurend geraadpleegd over, en betrokken geweest bij, de plaatsing en verhuizing ervan, getuige o.a. deze mailwisseling van 24 november 2015.
Zelfs al zou de Stadsecoloog dat even vergeten zijn, dan nog had zij kunnen bedenken dat iets wat niet van haar is, dus waarschijnlijk een ander toebehoort. En die ander was dus duidelijk niet de afdeling Duurzaamheid en Groen.
De 'Mussenknuffelaar' wist het 100% zéker.
Bovendien staat de kast officieel op mijn naam geregistreerd in het SOVON-nestkaartsysteem met de systeemnaam: '9869 Zeezwaluwstraat 152D-B'. Dat systeem - dat o.a. bedoeld is voor dit soort eigendomsvragen - had dus zo het antwoord kunnen oplepelen.
ad.8. Vanwege verzoeken van bewoners.
Het afgaan op - door de Mussenknuffelaar opgewekte - 'onderbuikgevoelens' van bewoners is wat vreemd. Verstandiger was geweest om die bewering gedurende het broedseizoen te toetsen door middel van prooi-onderzoek via een bij het nest te plaatsen webcam, zoals door mij aan de Haagse Vogelbescherming eerder werd aangeboden.
Zie tevens onder ad.4.
ad.9. Door onze boswachter, een externe ecoloog en de Haagse Vogelbescherming zijn de locaties zorgvuldig bepaald. Het gehele Westduinpark geldt hierbij als territorium.
'Het gehele Westduinpark geldt hierbij als territorium', geldt uiteraard ook voor de Havik, hun aartsvijand. Het is niet voor niets dat Torenvalken niet meer midden in het (kale) duin willen broeden, maar graag dicht bij de bewoonde wereld, alwaar de Havik nog niet durft te komen. Een beetje boswachter, (externe) ecoloog of vogelbeschermer zou dat moeten weten, toch?
(Zie ook ad.6.)
Samengevat:
Ook al zou het wél met de beste bedoelingen gedaan zijn, dan nog had de afdeling Duurzaamheid en Groen van de Gemeente Den Haag m.i. geen 'zwaarwegende gronden' om nu ineens en zo rigoureus in het broedproces van de Torenvalken in te grijpen door de kast te laten 'wegnemen'. Daar had net zo goed over gecommuniceerd en nagedacht kunnen worden.
Conclusie:
Nu de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft geconstateerd dat het weghalen van de kast inmiddels is opgedoken in een advies van Arcadis (toevallig ook de vorige werkgever van onze Stadsecoloog volgens insiders), kan die niet anders doen dan concluderen dat de actie 'zorgvuldig' is voorbereid en daarmee aan het gestelde in de Wet natuurbeheer voldoet.
Verweer ongegrond, maar het wegnemen van de kast óók!