Ik had langs het Meeslouwerplasje vandaag eerst een Winterkoning die gebiologeerd was door een Elzenvlieg en toen een Cetti's Zanger die zich beduidend beter liet horen dan zien.
En vanmiddag op de Kaag mijn eerste rondje varen en mijn eerste koppeltje Bruine Kiekendieven.
Het was veilig te doen vanochtend in de Ganzenhoek en op Lentevreugd. In het eerste gebied scoorde ik de Boomleeuwerik en in het tweede de Tjiftjaf. Geen wereldschokkende kiekjes, maar je bent er even uit, toch?
Nu het vogelen op een laag pitje is komen te staan, stil ik mijn vogeltrek met het lezen van Het Vogeljaar door Jac. P. Thijsse uit 1923 dat ik van Arie den Dulk kreeg. Wat kan die man (Jac.P. dus) mooi verhalen! Je krijgt er zin in om zelf op zijn manier te gaan kijken (maar nu even niet).
Een gunstig effect van deze verplichte pauze is wel dat mijn, door het kijkeren, het fotograferen en het fotobewerken, overbelaste schouderspieren kunnen herstellen. "Elk nadeel heb z'n voordeel!"
Na een uurtje kwamen er zo'n vijftien Appelvinken aan vliegen. Ze bleven eerst een tijdje hoog in de bomen om de boel te verkennen. En toen ze eenmaal de conifeer in durfden, streek er ook een, met picknickmanden gewapende, groep schreeuwers neer op het onderliggende grasperk. En daar nu waren ze niet van gediend. Dit mannetje liet zich vlak voor zijn vertrek nog even zien, maar toen was de koek toch mooi op.....
Meneer Sperwer bleef vervolgens wél wat langer poseren. Wilde hij afgelopen zaterdag niet tussen de takken vandaan komen; vandaag maakte hij dat ruimschoots goed. Alleen toen hij zijn vrouwtje ging verwennen, liet hij zich niet bekieken. En gelijk heeft hij. Na "de daad" ging hij nog even een takje toevoegen aan het in aanbouw zijnde nest, om vervolgens weer op zijn lauweren te gaan rusten.
Van het vrouwtje helaas alleen dit bewijskiekje van vlak na die paring. Maar zij komt ook nog wel.... tijd zat!