De eerste verrassing vanmorgen op de Kaag was dat de Haviken niet één jonge schreeuwlelijk hebben, maar minstens twee.
Een daarvan zat al met zijn vleugels te klooien. Dat schiet op dus.
De andere verrassing was deze Grauwe Klauwier. Die zat in het hoekje van de Aderpolder waar ik de Koekoek dacht te vinden. Ook goed!
En tot slot van dit verhaaltje de Blauwborst. Niet echt een verrassing, maar meer een leuke toegift.
Niet dat ik nou zo tevreden ben over deze foto, maar het laat wel mooi een typische eigenschap van een Graszanger zien. Die vliegt namelijk met zijn poten naar voren; zie je?
En hier een bewijskiekje dat hij daar ook vandaag met nestmateriaal aan het slepen was. Bovendien gedroeg hij zich behoorlijk territoriaal. Tot twee keer toe zag ik dat hij achter een Rietgors aan ging die hem te dicht in de buurt kwam.
En hier ben ik nog niet zo zeker van wat het is. Weer nestmateriaal of toch gewoon lekkere hapjes? Wie het weet mag het zeggen.
En de rest was helaas nog onscherper; klik maar!
"Er zat gisteren een Graszanger in "jouw" Lakerpoldertje!" Die mededeling kreeg ik zaterdag van Fred.
Niet alleen zeldzaam, maar ook nog eens een nieuwe soort (#315) voor mij. En gelukkig (her)ontdekte ik hem vanmorgen direct op geluid. Ik wist het echter pas zeker toen de ontdekkers Jurren en Fred arriveerden en mijn geluidswaarneming bevestigden. Toen pas begreep ik ook dat je meer in de lucht moest kijken dan in het gras. Met die wetenschap was het snel 'gepiept'. Ik kon echter schieten wat ik wilde, maar écht mooi werd het niet. Soms herkenbaar en dat is voorlopig voor mij meer dan voldoende. Ik heb alle foto's waar ook maar iets op te zien is vooralsnog maar onder de knop "Meer foto's" gezet, misschien handig ter finale determinatie.
Ik hoorde haar eerder dan ik haar zag, de Boomvalk. Ze zat op haar vaste rustplek aan het Dr. Bastingpad. Ik zette dit bewijskiekje op waarneming.nl.
Overal waar ik kwam hoorde je vogels zingen of alarmeren. Deze Sperwerman bijvoorbeeld, die kwam ik op het spoor, toen hij luid alarmerend achter een Buizerd aan jakkerde. Zijn vrouwtje moedigde hem vanaf haar nest zachtjes aan. Toen hij vervolgens zijn doel had bereikt, landde hij netjes binnen het bereik van mijn camera. Bedankt!
Een eindje verderop waren deze Zanglijster en deze Merel verwikkeld in een zangcompetitie. Ík draaide mijn stoel voor de Merel. Met zijn zeer herkenbare geluid heb ik namelijk meer, dan met het imitatie-gedoe van de Zanglijster.
En ook in Leiden was het raak. Daar hoorde ik de Boomvalk zachtjes voor zich uit lahnen. Jammer alleen dat zij hem peerde toen er een wandelaar onder haar langs liep, anders had ik haar wellicht niet alleen gehoord, maar ook gekiekt.
(De Boomvalken in Segbroek waren trouwens vandaag niet thuis. Niet te horen en niet te zien.)
Terug op Scheveningen gaf de Zwarte Roodstaart met zijn gezang netjes aan waar ik hèm zoeken moest.
En tot slot deze, vorig jaar als kuiken in Noorwegen gekleurringde, Grote Mantelmeeuw. Die hield zijn snavel. Hij werd al 'horen'dol van het gekrijs van de baltsende Visdiefjes.
Kortom: geluid genoeg!
Toen ik aankwam, hoorde ik de Boomvalken al druk met elkaar overleggen. Dus - ondanks de regen - toch maar mét camera de auto uit. Even later zaten ze met z'n tweeën luid foeterend achter de huisbaas - de Zwarte Kraai - aan. Kennelijk nog een klein huurgeschil uit te vechten. En na een paar minuten streek het vrouwtje op de rand van een van de nesten neer met zo'n blik van: "Doe mij dit maar!" We wachten af hoe de kraai daarover denkt.