Hij scharrelt al een aantal dagen rond de helling rond, deze jonge Bontbekplevier. Vandaag kreeg hij mij zo gek dat ik languit in het natte zand ging liggen om hem te vereeuwigen. En ik heb er geen spijt van!
De andere foto's die ik schoot, staan in het desbetreffende vogelalbum. Blader hier maar en klik vervolgens door voor de maximale vergroting.
De hele ochtend stond er al een NNW 6. Een bijna perfect windje voor jagers en dat soort spul. Toen het rond het middaguur ook nog wat lichter werd, besloot ik mijn geluk te beproeven op het Noordelijk Havenhoofd. Ik was nog niet halverwege of ik zag de eerste jager al meevliegen. Het bleek - dankzij de telescopers die op de kop stonden - een juveniele, donkere intermediaire, Middelste Jager te zijn. De bewijzen daarvoor waren - volgens hen dus - o.a. de (op prothesen lijkende) licht blauwgrijze poten en de halve maan op de ondervleugel. Hij bleef een beetje rond de haven scharrelen en had het af en toe aan de stok met wat al te opdringerige jonge Zilvermeeuwen. Voor het idee dat hij misschien gewond zou zijn aan zijn rechter achterflank leveren de foto's verder weinig aanwijzingen. Hij is daar wat 'plakkerig', maar verder 'ok' volgens mij.
Verder zagen de trektellers door hun telescopen nog een heleboel en ik door mijn kleine kijkertje 'alleen' wat jagers, twee ruiende mannen Eider, een Zwarte Zee-eend, een Jan-van-Gent, een Grauwe Pijlstormvogel, flink wat Rotganzen en op de terugweg nog twee Oeverpiepers en een Tapuit.
Het was me het dagje wel, meneer Dröge!
'De aarde wordt het best genoten met onze ogen half gesloten.' (Leo Vroman). Dat zou de titel kunnen zijn van dit prentje dat ik vanmiddag op Lentevreugd schoot van de Goudplevier.
Als ik Hans daar trouwens niet tegen het lijf gelopen was, zou ik het beestje pardoes hebben gemist. Nu werd het - dankzij hem - alsnog een geslaagde sessie bij mooi laagstaand licht.
De volgende twee vond ik zelf ook zeer de moeite waard. Misschien zit daar ook wel de foto van de maand tussen. Wie weet.
En of het beestje de nieuwe aardappeltjes gaat halen, weet ik zonet nog niet. Behalve dat hij iets té benaderbaar was, zat hij mijns inziens wat teveel te geeuwen en te happen. Alsof er een braakbal dwarszat. Het beste maar van hopen voor deze onverstoorbare schoonheid.
Negentien Goudplevieren telde ik vanmorgen in de Floris Schouten Vrouwenpolder Zuid. Deels al in winterkleed en deels ruiend daar naartoe.
Voor de rest was het stil op de Kaag, niet alleen qua vogels, maar ook qua boten, ondanks het prachtige nazomer weer.
Op elke zichzelf respecterende afrastering langs de weilanden rond de Kaag stond wel een Tapuit en/of een Paapje. De kunst was om daar zo dichtbij te drijven dat ze net niet opvlogen en dat ook mijn boot nog eens niet aan de grond liep. Bij een paar lukte dat meer dan aardig. Kijk maar. En de Wittekop? Die overleefde ongeschonden de avonturen van vandaag. Dat heb ik wel eens anders meegemaakt!
De vele Witte Kwikstaarten en Boerenzwaluwen liet ik maar begaan. Ik had het druk zat. De vlucht Goudplevieren hield ik echter wél even in de kijkert. Het waren er een stuk of dertig en ze landden vlak voor mij, in een onbewerkt bollenveld. Daar drukten de meeste zich direct plat op de grond, in de overtuiging dat ik hen dan niet zag. Mis evenwel. Ze staan er op, net als de laatste roofpiet.
Zo'n dagje smaakt naar méér!