Op elke zichzelf respecterende afrastering langs de weilanden rond de Kaag stond wel een Tapuit en/of een Paapje. De kunst was om daar zo dichtbij te drijven dat ze net niet opvlogen en dat ook mijn boot nog eens niet aan de grond liep. Bij een paar lukte dat meer dan aardig. Kijk maar. En de Wittekop? Die overleefde ongeschonden de avonturen van vandaag. Dat heb ik wel eens anders meegemaakt!

De vele Witte Kwikstaarten en Boerenzwaluwen liet ik maar begaan. Ik had het druk zat. De vlucht Goudplevieren hield ik echter wél even in de kijkert. Het waren er een stuk of dertig en ze landden vlak voor mij, in een onbewerkt bollenveld. Daar drukten de meeste zich direct plat op de grond, in de overtuiging dat ik hen dan niet zag. Mis evenwel. Ze staan er op, net als de laatste roofpiet.

Zo'n dagje smaakt naar méér!