Voor ons Zwarte Zee-eendje is het einde van de ruiperiode gelukkig nabij. Hij liet mij vanmiddag zijn nieuwe staart en zijn nieuwe vleugelveren zien. Bijna weer op orde zou ik zeggen. Dat had ik niet verwacht. Nog even en hij kan de lucht weer in, terug naar zijn soortgenoten. Komt het toch nog goed!
Dat geconstateerd hebbende, liep ik gerustgesteld verder het Zuidelijk Havenhoofd op.
Ik zag achtereenvolgens een jonge Jan-van-Gent (met die van vanmorgen erbij dus mijn vijfde van de dag!),
twee Eider-mannetjes (met die twee van vanochtend dus totaal vier!),
twee vluchten Lepelaars en
behoorlijk wat Grote Sterns.
Hoezo niks te zien op het ZHH, Hans?
Cobi stuurde mij een afbeelding van dit artikel uit het Haagsche Courant-gedeelte van het AD van vandaag. Deze site wordt daarin genoemd! Vandaar.
Tijdens mijn eerste bakkie koffie, vloog er al een jonge Jan-van-Gent langs. Vlak over de waterlijn. Bingo. Toen op het fietsje - voor joker bleek achteraf - naar de Doodshoofdvlinder.
Tijdens mijn tussenstop bij het Vredespaleis zag ik de beide Slechtvalken op de toren zitten. Dat werd mijn eerste klik.
Later trof ik zowel rond de 3e Haven/Zuidelijk Havenhoofd, als bij de 2e Haven/spuisluis een zingend Zwarte Roodstaartmannetje aan. Die hadden er zin in.
Vanaf het Zuidelijk Havenhoofd zag ik, behalve de vaste Zwarte Zee-eend en een gekleurringde Zilvermeeuw, nog een groep van ca. veertig Rotganzen en een van zo'n dertig Lepelaars langs vliegen.
En net toen ik thuis was, begon het zachtjes te regenen. Hoezo mazzel?
Hij stak vlak voor mijn boot de Ringsloot over, deze jonge Zwarte Ooievaar. Ik was er - qua adrenaline - niet helemaal klaar voor. Mijn camera trouwens ook niet, want die stond nog op onderbelichten en eenpunts-scherpstelling. Toch kreeg ik hem er nog herkenbaar op. Maar ja als dat van zó dichtbij nog niet lukt, dan kan je beter voortaan gaan klaverjassen, toch? Mijn eerste ooit dus, soort 291! Jippie en zo!
Hij koerste aanvankelijk - al hoogte makend - richting Warmond-dorp, om even later weer terug te cirkelen om achter Sassenheim uit beeld te geraken.
Daarvoor had in in de Kooipolder al een groep van zo'n tweehonderd Goudplevieren, wat Torenvalkjes en de witte Buizerd. En in de Floris Schouten Vrouwenpolder een twaalftal Wulpen.
Niet alles kwam op de kiek, maar dat hoeft voor mij ook niet meer zo nodig. Foto's zat, zo zoetjes aan.
En tot slot langs de Sassenheimervaart deze jonge Roodborsttapuit (met dank aan Jos en Wietze voor het op naam brengen).
Een lekker nazomerdagje vogelen dus!
Ik twijfelde weer even tussen Goud- en Zilverplevier. Deze leek zo 'goud'. Maar gelukkig tilde hij zijn vleugels even op en toen wist ik het zeker: Zilverplevier. In mijn boekje staat namelijk dat de zwarte oksels 'diagnostisch' voor hem zijn. Vandaar.
En rond het radioduin trof ik geen IJsgorzen aan. Wél Zwarte Roodstaarten, Heggenmussen en een groepje Graspiepers, waaronder dit exemplaar.