Er ontbrak er vanochtend een, een Bosuil-takkeling.
Jan had zelfs het doemscenario al uit de kast getrokken, zo van: "Er was eens een Havik.....". Dus bood ik hem aan de vierde even voor hem op te zoeken. En jawel.....
De verloren zoon was zijn nest weer in gedoken en liet zich aanvankelijk alleen aan mij zien.... Einde alarm dus!
Ze waren hun uiterst kleine wereld aan het verkennen, deze drie Eekhoorn-jongen. Ik trof ze in een gat waarin ik een Bosuil hoopte te zien. Maar dit kon er ook mee door, toch?
De geleerden werden het er uiteindelijk over eens: de rover die - met prooi - op de Lakerpolder opschroevend over ons heen vloog, was een jonge Rode Wouw. (Vijf zichtbare handpennen, waar dat bij de Zwarte er zes zijn.) De Zwarte is in Nederland als broedvogel net iets zeldzamer (en heb ik nog niet!), maar met deze waarneming was onze (met Fred en Joost) dag ook méér dan goed.
Volgende keer graag met wat meer licht en ietsjes dichterbij, ja...!
Had ik gisteren nog een mannetje dat aan het werk gezet werd, vandaag was het precies andersom. Nu zat pa Spewer een beetje voor zich uit te staren, terwijl zijn (iele) vrouwtje takjes aan het afbreken was om daarmee haar nest af te bouwen. Goed geregeld jochie!
(Met excuses voor de kwaliteit van de foto's. Ze zaten ver weg ernstig verscholen te wezen.)
Het vrouwtje Bruine Kiekendief van locatie 1. was wel tevreden over de keuze van de plek, maar nog niet met de afwerking. Dus zat er voor het mannetje niets anders op dan wat heen en weer te vliegen met nestmateriaal dat wél zou worden goedgekeurd door de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen. Wat zíj wil! Ja, toch?