De geleerden werden het er uiteindelijk over eens: de rover die - met prooi - op de Lakerpolder opschroevend over ons heen vloog, was een jonge Rode Wouw. (Vijf zichtbare handpennen, waar dat bij de Zwarte er zes zijn.) De Zwarte is in Nederland als broedvogel net iets zeldzamer (en heb ik nog niet!), maar met deze waarneming was onze (met Fred en Joost) dag ook méér dan goed.
Volgende keer graag met wat meer licht en ietsjes dichterbij, ja...!