Waren de Barmsijzen uit Voorschoten in geen velden of wegen te bekennen, de Dwerggorzen en de Fraters maakten dat meer dan goed. Die zaten mij op te wachten!
In Noordwijk at ik eerst even mijn boterhammetje op, na de mislukte expeditie naar Voorschoten. Het plaatselijke Dwerggorzen-koppel bleef netjes wachten tot ik klaar was en begon toen aan de vliegshow. Eerst met z'n tweeën de kale boompjes in, voor het oog van ook vier andere fotografen. En daarna een heuse privévoorstelling. Een van de twee kwam op mij af vliegen en ging op nog geen vijf meter in een Bramenstruik zitten. Precies goed op het licht en lang genoeg om te beseffen dat de belichting wat teruggeschroefd moest worden voor het mooi. Bedankt beest! Het werden daardoor toppertjes. (En wat nu als ik mijn 500 in stelling had kunnen brengen? Maar die lag thuis in zijn warme kastje. Helaas.)
En toen ik eenmaal weer terug was op Scheveningen, trof ik Piet die mij voorging naar de Fraters. Ook die zaten klaar voor de kiek. Bijna nog mooier dan die ene Dwerggors op zijn Bramenstruik. Met de groeten aan de Barmsijzen!
In de mist en tegen het licht in, maar toch mag hij blijven, deze Kleine Barmsijs. Hij is namelijk mijn eerste! Soort #294. Met dank aan Ben Valstar die mij er op wees.
(Ik had hem aanvankelijk als "Grote" staan, maar volgens waarneming.nl is het een "Kleine". Waarvan akte.)
Ik werd met trompetgeschal verwelkomd. Daar was ik niet echt blij mee, want het betekende dat zij de aftocht bliezen. En dat, terwijl ze zo mooi vlakbij het Ganzenhoekbankje zaten. Zij zagen mij echter eerder dan ik hen.
Ondanks dat en ondanks het grauwe weer, staan ze er toch herkenbaar op, pa, ma en ukkepuk Wilde Zwaan. Ik ben er in elk geval tevreden mee en daar gaat het om, toch?
Al voor mijn eerste bakkie koffie zag ik de eerste Jan-van-Genten voorbij komen. Omdat het WNW-5/6 woei besloot ik naar de Pier te gaan om te kijken of er mooie prenten te schieten waren. Nou nee dus. Bijna alle vogels bleven ver op zee. Slechts een enkeling kwam binnen de nieuwe Pier-boeien. Deze twee dus ook. Niet mooi, wel sprekend.
Buitengewoon waren wel de aantallen waarin ze langs kwamen. Zoveel had ik er in elk geval nog nooit op één dag gezien. 's Avonds bleek mijn observatie aardig te kloppen. De trektellers wisten een nieuw Haags dagrecord te noteren, met 1.911 exemplaren. Bij de Vuurtoren van Ouddorp kwam men zelfs op 3.514 exemplaren. Kennelijk trok er dus een enorme school vissen voorbij, want anders zijn deze aantallen in deze tijd van het jaar niet te verklaren.
Ik heb genoten in elk geval en zij waarschijnlijk dus ook.
Waarschijnlijk zijn ze nooit echt weggeweest, maar waren ze gewoon na 12 december even buiten beeld, de twee Fraters van de Houtrustweg. Toen ik daar vanochtend uit mijn auto stapte, kwamen ze mij in elk geval vrolijk tegemoet vliegen. Om het overzichtelijk te houden, streken ze eerst even neer op de nieuwe kale zandhoop. Toen ik ze daar gekiekt had, gingen ze aan de voet van de berg foerageren met een kleine drinkpauze op het transformatorhuisje.
August was zo vriendelijk om mijn herontdekking door te geven aan de Haagse-WhatsApp-groep en toen werd het toch nog gezellig. Alleen waren ze - tegen de tijd dat de eerste toeschouwers arriveerden - al naar het bunkerveldje aan de overkant gevlogen. Daar lieten ze zich gelukkig goed bewonderen. Was er niemand voor joker gekomen! Zélfs Nick niet dit keer.
In de tussentijd zag ik ook nog de IJsvogel, een Oeverpieper, de Kuifduiker, wat Bruinvissen en Zeekoeten, de Eider en twee Jan-van-Genten. Kortom: druk-druk-druk-druk. Gelukkig is het bijna Kerstvakantie!
Ik stond - ondanks het grauwe weer - eigenlijk te hopen op de binnenkomst van de eerste winter burgemeester. Die laat echter nog op zich wachten.
Wat er wel redelijk in de buurt kwam, waren vier Jan-van-Genten. Twee pasten in de zoeker. Het volwassen exemplaar (in winterkleed uiteraard) voorop, gevolgd door een 3e kalenderjaars. De andere (waaronder een donker jong) kwamen er ongekiekt vanaf. Mazzelaars...