Ik was wel weer eens toe aan een nieuwe soort. Dus op waarneming.nl gekeken en besloten om te gaan voor de Roek. Die had ik zelfs nog nooit gezien. Hij stond een paar dagen terug op de site, waargenomen in Lekkerkerk en in Nieuw Lekkerland. Het was mooi weer dus ik eropuit. Bij de begraafplaats in Lekkerkerk zaten ze inderdaad. Zes in totaal. Ze vertoonden, zoals dat officieel heet, nestindicerend gedrag. Ik kreeg er een paar aardig in beeld. Zie ook Mijn vogelalbum.
Ook aan de overkant van de Lek was het raak. In het Hondenbos zaten er een stuk of twintig. Luidruchtig ruziemakend om elk takje en druk in de weer met het roven van het nestmateriaal van de buurman. Het speelde zich wel wat hoog in de bomen af, maar ook daar klikte het wel tussen hen en mijn camera, zoals bij deze.
Het werd dus soort 216!
De Bruine Kiekendief kwam even poolshoogte nemen toen ik naar de haven terug kwam varen. Op haar vertrouwde stek bij de ingang van de Sassenheimervaart cirkelde zij even over mijn boot. Als soort begroeting. Een tweede exemplaar - waarschijnlijk het mannetje - had ik even daarvoor al zien opvliegen. Helaas was ik toen iets te ver weg en lag mijn kijker nog in de auto. Dus helemaal zeker van het geslacht van die vogel ben ik niet. Komt wel een dezer dagen.
Als Foto van de maand februari ga ik voor deze Kuifduiker in winterkleed die ik trof in de buitenhaven. Een goede tweede is de Bonte Strandloper uit Hoek van Holland. Een derde plek is weggelegd voor de verfomfaaide jeugdige Stormmeeuw.
Deze Houtsnip (foto 1) heeft beet en daardoor ik dus ook.
Bij de Watersnip, onlangs in Zeeuw-Vlaanderen, vertelde ik John dat ik zijn houterige familielid nog nooit (goed) had gezien. Dat dat niet aan dovemansoren was gezegd bleek vanochtend. Toen kreeg ik namelijk een telefoontje van hem dat hij er een stelletje had gespot in zijn woonomgeving. Ik er naar toe, het laatste stukje gegidst door de Master Himself (ook nog steeds een beetje 'snip' trouwens). Er zaten er inderdaad drie. Krukje erbij en klikken maar.
Ze waren redelijk onbevreesd. Honden en voorbijgangers werden slechts met argwaan bekeken (foto 2), maar van twee zich op het ijs begevende jongelieden moesten ze niets hebben. Ze vlogen er vandoor. En ik trouwens ook, want de kou was aardig op mijn blaas geslagen; vandaar.
Beet dus, soort 214!
Ik had mijzelf een vogelvrije zondag voorgeschreven, doch was vergeten dat te communiceren met de plaatselijke vreemde vogels. Ik was koud aan mijn camera-loze wandeling begonnen of daar zat hij. Zomaar in een tegeltuintje op de Vissershavenstraat. Een Zwarte Roodstaart-mannetje, mét witte vleugelvlek. Dan maar de telefoon laten klikken. Dat wordt natuurlijk nooit een topper, maar dan heb je in elk geval een bewijsplaatje. Daarna spoorslags naar huis voor de telelens en - terwille van de snelheid - met de auto weer terug. En wat dacht je? Foetsie. Dan maar even een havenhoofdje pikken. Daar zag ik nog wel wat, maar het kwam niet voor de lens. Op de terugweg bleek de nerveuze pluizenbol tóch op de foto te willen. Gelukkig maar, mijn eerste volwassen mannetje!