Ze zitten er al geruime tijd, de Zwarte Roodstaarten. Telkens als ik op mijn opstelplek in onze half open parkeergarage kom, word ik ze gewaar. Vanmorgen hoorde ik voor het eerst ook bedelgeroep. Ze hebben dus jongen. Ik kiekte er een die net gevoerd was en ontdekte later vandaag het nest. Dat blijkt bij de buren te zitten, achter de motor van hun parkeergaragedeur. In een duister nisje, dus nauwelijks te kieken. Ik zag ook pas achter de computer dat ik er daar drie gefotografeerd had. Hierboven dat prentje. Niet voor het mooi, maar als bewijs.
Ik houd ze de komende dagen in de gaten!
Het gisteren al vliegvlugge Torenvalk-tweetal zat pal boven onze hoofden in de mobiele lichtmastinstallatie. Dat leek hen wel een veilig plekje. Nummer drie was bovenop de nest-lichtmast terecht gekomen. Die had kennelijk vlak daarvoor de kast voor de eerste keer verlaten.
Het werd een gezellig uurtje met wat stuntelende jongen en prooi aanvoerende en mogelijke belagers wegjagende ouders.
Daarna werd het - fotografisch gezien - saai. Ze waren namelijk inmiddels al stuntend met z'n drieën op het dak van het Zuiderstrandtheater terecht gekomen en vonden dat welletjes. Daar kregen ze hun natje en droogje en konden leuk oefenen in opstijgen en landen. Door de grote afstand niet te filmen c.q. (mooi) te fotograferen helaas.
De drie nestjongen konden de moed nog niet opbrengen. (Vorig jaar zat er trouwens vijf dagen tussen het uitvliegen van de eerste en de laatste. Het kan dus nu ook best nog even duren.)
Toen ze - bij enen - zelfs gezellig op het randje gingen staan te pitten, hield ik het voor gezien. Uitgehongerd en gaar, maar blij dat het hen goed gaat en tevreden met de 'vangst van de dag'.
Morgen zien we wel weer verder.
(Zie ook: https://www.facebook.com/volvooceanracedenhaag en https://twitter.com/VOR_denhaag/status/610121178318041088/photo/1)
Het begrip 'angst' kennen ze duidelijk niet, de jonge Torenvalken uit het nest in Duindorp. Onbevangen laten ze de wereld buiten de nestkast op zich afkomen.
De eerste die ik ontdekte, zat tegen de pallet aan waar vanaf wat werklui vloerdelen aan het lossen waren. Doordat ik die achter mij hoorde zeggen: 'Kijk nou, een Buizerd.', begreep ik dat er tenminste één de nestkast had verlaten. Toen de mannen klaar waren, ging het jong door de ruit naar binnen zitten kijken waar die vloer nou moest komen. Toen ontdekte hij het spiegelbeeld van zichzelf en dacht dat hij zijn broertje was. Hij probeerde van alles om ook binnen te komen, maar helaas, er zat glas tussen.
Opeens zat hij, als een soort zwaailicht, op een auto. Hij gebruikte de raamstijl als glijbaan en ging vanaf de ruitenwisser zitten bedenken hoe hij nou toch binnen bij zijn spiegelbeeldig broertje kon geraken. Bam…weer glas. Nog eens opnieuw proberen. Weer op de auto, weer glijden, weer bam. Dat ging het niet worden. (Zie YouTube-filmpje.)
Wat later belandde hij op een in opbouw zijnd podium. De opbouwers hadden hem inmiddels opgepakt in de veronderstelling met een ziek, zwak en misselijk dier van doen te hebben. Hij stond bij een van hen op de arm [foto volgt hopelijk], totdat ik aangaf dat ze hem gewoon zijn gang konden laten gaan. Kennelijk begreep hij dat zelf ook, want hij vloog op en begon opnieuw aan zijn zoektocht naar de opening.
Moe hield hem regelmatig in de peiling, zond bemoedigende piepjes naar hem uit, maar liet hem verder zijn gang gaan. Eten kreeg hij echter niet, tenminste, niet dat wij zagen.
Intussen was er kennelijk een tweede jong gevlogen, want ik zag er nu nog maar vier in de kast. Na versterking gekregen te hebben van Marius, zochten wij, maar vonden niets. Wel voerden de ouders wat kabaalvluchten uit nabij de voetbalkooi, doch inspectie wees uit dat daar een Kraai zat. Wij mistten echter de ware reden. Wat later vloog het vrouwtje namelijk met een prooi die richting op. Het tweede jong bleek daar tóch te zitten. Op een aggregaat. Lekker warm, onbereikbaar voor honden en redelijk beschut achter een hijsoog.
Toen wij om vijf uur het terrein verlieten, was de stand van zaken ongewijzigd. En als ze geen al te rare fratsen uithalen, zien wij ze morgen wel weer. Dan zullen er vast nog twee gaan vliegen. Wordt dus vervolgd.
Hij vindt het nu welletjes, het Torenvalk-mannetje op Duindorp. Zijn jongen moeten vliegen en vlug ook.
Dat was kennelijk de diepere gedachte achter zijn vreemde actie vanmorgen. Hij kwam met een Zandhagedis aanvliegen en hield die treiterend zijn jongen voor en trok hem ietjes terug als er wat te gretig werd toegehapt. Zo van: 'Als je hem wilt hebben, moet je hem maar komen halen. En vliegend wel te verstaan'. (Zie het filmpje via de YouTube-knop.)
Een aparte belevenis in een verder vrij saaie en vooral warme ochtend. Wél een paar prooidroppingen en en paar fladdermomenten op de stok, maar niet het gehoopte uitvliegen. Daar zijn ze kennelijk nog net niet aan toe. Of zouden ze wachten tot de camera's weg zijn?
Het vrouwtje zat vanavond op de nestmast te roepen dat ze nou eindelijk eens moesten gaan vliegen. Ze deden het niet. Ook niet toen ze dat vanaf de schoorsteen ging doen. Toen beloofde zij iets lekkers aan degene die als eerste op de stok zou durven. Nou dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Eén stoerling waagde zich buiten en kreeg zijn beloning. Een door pa gevangen vogeltje. Zij was tevreden en ik ook (alleen had ik mijn 5D III mee moeten nemen i.p.v. mijn 7D! Sh….t!).