Het begrip 'angst' kennen ze duidelijk niet, de jonge Torenvalken uit het nest in Duindorp. Onbevangen laten ze de wereld buiten de nestkast op zich afkomen.

De eerste die ik ontdekte, zat tegen de pallet aan waar vanaf wat werklui vloerdelen aan het lossen waren. Doordat ik die achter mij hoorde zeggen: 'Kijk nou, een Buizerd.', begreep ik dat er tenminste één de nestkast had verlaten. Toen de mannen klaar waren, ging het jong door de ruit naar binnen zitten kijken waar die vloer nou moest komen. Toen ontdekte hij het spiegelbeeld van zichzelf en dacht dat hij zijn broertje was. Hij probeerde van alles om ook binnen te komen, maar helaas, er zat glas tussen.

Opeens zat hij, als een soort zwaailicht, op een auto. Hij gebruikte de raamstijl als glijbaan en ging vanaf de ruitenwisser zitten bedenken hoe hij nou toch binnen bij zijn spiegelbeeldig broertje kon geraken. Bam…weer glas. Nog eens opnieuw proberen. Weer op de auto, weer glijden, weer bam. Dat ging het niet worden. (Zie YouTube-filmpje.)

Wat later belandde hij op een in opbouw zijnd podium. De opbouwers hadden hem inmiddels opgepakt in de veronderstelling met een ziek, zwak en misselijk dier van doen te hebben. Hij stond bij een van hen op de arm [foto volgt hopelijk], totdat ik aangaf dat ze hem gewoon zijn gang konden laten gaan. Kennelijk begreep hij dat zelf ook, want hij vloog op en begon opnieuw aan zijn zoektocht naar de opening.

Moe hield hem regelmatig in de peiling, zond bemoedigende piepjes naar hem uit, maar liet hem verder zijn gang gaan. Eten kreeg hij echter niet, tenminste, niet dat wij zagen.

 

Intussen was er kennelijk een tweede jong gevlogen, want ik zag er nu nog maar vier in de kast. Na versterking gekregen te hebben van Marius, zochten wij, maar vonden niets. Wel voerden de ouders wat kabaalvluchten uit nabij de voetbalkooi, doch inspectie wees uit dat daar een Kraai zat. Wij mistten echter de ware reden. Wat later vloog het vrouwtje namelijk met een prooi die richting op. Het tweede jong bleek daar tóch te zitten. Op een aggregaat. Lekker warm, onbereikbaar voor honden en redelijk beschut achter een hijsoog. 

Toen wij om vijf uur het terrein verlieten, was de stand van zaken ongewijzigd. En als ze geen al te rare fratsen uithalen, zien wij ze morgen wel weer. Dan zullen er vast nog twee gaan vliegen. Wordt dus vervolgd.