De Boomvalken in het Haagse Hout hebben jongen. Vanmorgen was in getuige van een voedering en zag twee witte bolletjes. Benieuwd hoeveel het er uiteindelijk blijken te zijn.
Ze waren druk aan het schreeuwen en aan het vliegen, de jonge Sperwers. Ondanks de hitte dus. Leuk.....toch? En aan het geluid te horen, zijn het er nog steeds vier.
Al sla je me dood weet ik niet hoeveel het er zijn. Maar je kunt er haast niet omheen.
Als je het derde of vierde parkeerdek oploopt hoor of zie je er wel een, een Zwarte Roodstaart. En volgens mij is het nest nu geheel uitgevlogen, want ik zie er geen voedseltransporten meer naartoe gaan. Leuk zo dicht bij huis!
En ook vanmorgen lieten de Sperwerjongen zich niet écht tellen. Doordat een passant er een stukje terug twee zag zitten, terwijl ik naar een ander keek, weet ik zeker dat het er drie zijn. Maar nummer vier zal ook nog wel ergens gezeten hebben, gok ik zo. Zeker weten, doe ik het pas als ik ze alle vier op een rijtje heb en dat vraagt nog veel geduld en geluk.
De Ralreiger was gelukkig nog niet gevlogen. Sterker nog, hij trok zich van de mensheid niets aan en viste vrolijk verder. Mooie vangst!
Deze poes had mijn oproep duidelijk niet gelezen. Hij had het gemunt op de jonge Zwarte Roodstaarten uit de parkeergarage.
Volgens de overbuurman was er vanmorgen al eentje gesneuveld. Zonde van de moeite die de ouders in de opvoeding ervan hebben gestoken. "De natuur!", zei de buurvrouw. Hoezo natuur?
Even daarvoor kwam er eentje onder mijn auto vandaan, toen ik naar de Jumbo wilde. Hij zocht eerst bescherming bij zijn spiegelbeeld in de ruit van een naaststaande Opel.
En vlak daarna verhinderde hij mijn vertrek door op de geopende achterklep van mijn auto te gaan zitten. Of hij inmiddels is verworden tot poezenhapje, vertelt het verhaal niet. Ik zag hem in elk geval - toen ik eenmaal terug was - niet meer rondstuntelen......