Hij ziet er kerngezond en schoon uit, deze Zeekoet. Het feit echter dat hij al sinds eergisteren in de haven van Scheveningen rondscharrelt, geeft te denken. Dat betekent meestal het begin van het einde. Het beste maar van hopen. Ik houd hem in de peiling!
De Oeverpieper en de Eider zaten mij vanmorgen al op te wachten. Kennelijk wisten zij dat ik mijn fotoloze maand met een week bekort had. Een welkom welkom dus.
Jan-van-Gent (jong) (archief-foto)
De twee jonge Jan-van-Genten die al dagenlang binnen mijn gezichtsveld aan het jagen zijn, zijn volgens mij van de eerste generatie die zich niets aantrekt van kite- en windsurfers. Hun voorgangers gingen er in een grote boog omheen.
Nog even en ze gaan ook patat eten.
Dit jonge Eider-mannetje (gezien het doorkomende wit) zat er nog steeds. Kennelijk genoeg te kanen.
De IJsvogel verscheen ook nog ten tonele, maar was niet bereid om even twee tellen te poseren. Hij gunde mij er maar één en dat was er dus net eentje te weinig helaas.... Dan maar genieten van die van Hans van gisteren. Ik denk: zelfde beest, zelfde blok, maar snellere fotograaf!
Minder vreemd dan de Koningseider die ik vorig jaar op 28 juni in de buitenhaven trof, maar toch ook het kieken waard, dit jonge (gewone) Eider-mannetje. Hij bleef maar even. Net lang genoeg voor Piet en mij om hem te platen. Bedankt!