De Jachthaven-IJsvogel zat weer op zijn stekkie in de West-hoek onder de loopplank naar de bootjessteiger. Toen hij mij zag peerde hij hem. Eerst naar het spuisluisje en later naar een steigerpaal. Niet te kieken!
Als troost dook er wel vlak naast mij een Dodaarsje op en even later een Zwarte Roodstaart. En om de pleister op de wonde groot genoeg te maken, liet ook de Jachthaven-Zeekoet zich netjes fotograferen.
En de IJsvogel? Die kwam in de tussentijd nog even pesterig voorbij flitsen, remde en ging vlakbij - maar wel lekker buiten het bereik van de camera - op een damwand zitten. En toen ik mijn kop om het hoekje stak, verdween hij weer als een speer. Ik zál hem krijgen!
Deze jongeman zat vanmorgen Noord van het Noordelijk Havenhoofd. Hij is meer bruinig dan zwart, maar het is toch écht een Zwarte Zee-eend. Gezien de gele snavelvlek, dus een jong mannetje. Die van gisteren had duidelijk niet zo'n vlek.
Ook bij deze Zeekoet - die ik later in de 2e Haven trof - is het zwart niet diep zwart, maar ook wat bruinig. Minder dan bij de Zwarte Zee-eend, maar toch..... Toch?
De Eider had in de Buitenhaven gezelschap gekregen van een Zwarte Zee-eend-vrouwtje. Het bezoek was echter van korte duur, want toen de Douaneboot binnenkwam, vlogen ze samen op. De Eider zag ik later terug; de Zwarte Zee-eend niet meer.
Op de steiger van de 3de Haven trof ik daarna deze, gisteren door Mark Zevenbergen als 'Grote' gemelde, geringde Aalscholver. (Rode ring met witte inscriptie [0RC].) Ik had dit beest voorgaande jaren ook al gezien en in 2013 ook een keer gemeld. Ik kreeg daarop zijn levensloop toegestuurd, waaruit bleek dat hij als "gewone" Aalscholver in 2010 is geringd en sindsdien jaarlijks overwintert in Scheveningen. Ook nu weer - voor het zesde jaar - dus. Waar hij 's zomers uithangt, weet geen sterveling.
In 2013 heeft Gosse mailcontact gehad met de ringer van destijds over de vraag of het nu een Grote of gewone is. Lees het resultaat hier.
Archieffoto vrouwtje [VT]
Martin Mollet maakt jaarlijks een overzicht van de broedresultaten van de Slechtvalken in dit deel van het land. Ook nu weer. Ik word er in genoemd. Lees het hier.
De Dierenambulance was er voor nodig om deze Houtsnip zelf zijn ontsnappingsroute te laten ontdekken. Dat ging zo.
Al fietsend op het Noordelijk Havenhoofd hoorde ik iets stevig flapperen tussen de blokken. Dat bleek de Houtsnip te zijn. Die was laag tussen de muur van het havenhoofd en de blokken verzeild geraakt en probeerde op te stijgen. Geen kans dus; te smal. Zelf kwam hij niet op het idee om in zijn achteruit te gaan wandelen. Die route ontdekte hij pas toen hij het schepnet van de - inmiddels ter plaatse gekomen - Dierenambulance op zich af zag komen. Aanvankelijk kwam hij niet verder dan een paar blokjes om. Maar bij een tweede poging zag hij het licht en wist hij aan het net en zijn benarde positie te ontkomen. Hij vloog vervolgens nog een paar rondjes in de buurt om te laten zien dat hij niks mankeerde en verdween toen uit ons zicht.
Dank aan de Dierenambulance voor hun welwillende medewerking. Hij had net dat (n)(z)etje nodig.
Hans telde er eerder op de ochtend twee. Wij (Rachel, Job, Ingrid en ik) kwamen bij elkaar tot drie Zeekoeten. Eén dreef er - ter hoogte van de M.S. Aquila - ondersteboven en deed het dus niet meer, één zwom in de jachthaven en deze patrouilleerde wat ter hoogte van de rondvaartrederij Trip. Waarschijnlijk wilde hij een afspraak maken voor een asverstrooiing of zo...
Benieuwd hoelang die twee zwemmende rechtovereind blijven....
In diezelfde jachthaven was trouwens ook nog een IJsvogel aan het jagen. Hij wilde echter niet herkenbaar op de foto. Dan niet!