Had ik gisteren nog de vrees dat #1 misschien wel kattenvoer was geworden; vanochtend bleek het tegendeel. Hij zat op zijn dooie (maar dan levend) gemak tegen de schoorsteen van het A-gebouw aan, lekker in het zonnetje. Moe hield boven hem de wacht.
Van Willem, de huismeester van het oude zendercomplex, hoorde ik trouwens dat hij gisterenavond vrolijk ronddartelde op het terrein en had kennisgemaakt met alle aanwezigen, inclusief de twee honden. Zij fotografeerden hem; hij vond alles best. Had ik dat maar geweten, qua nachtrust dus.
Tijdens onze ochtendwacht gebeurde er niets bijzonders, behalve dan dat #1 even showde dat hij al prima kan vliegen en landen. Een hele opluchting. Die redt het wel.
De vier nestjongen bleven dat, ondanks aansporingen van moe om eruit te komen. Maar ja, dan moet ze ze ook niet vetmesten daarbinnen, zoals ze vandaag deed. Daar worden ze net zo lui van als hun pa. Die doet ook alleen maar iets als ma hem de huid heeft vol gescholden. Het lijken verdorie net mensen!
Het Duindorpse Torenvalkvrouwtje schreeuwde vanmorgen om mijn hulp bij het verjagen van een kat. Die had een route gekozen die leidde naar het - op de grond zittende - eerste uitgevlogen jong en dat konden wij niet toestaan. Die viervoeter moet - denk ik - wel even naar de dierendokter, want ma plantte haar klauwen in zijn kop toen hij - op mijn achtervolging reagerend - wél rechtsomkeert maakte, maar niet snel genoeg naar madame's zin.
Of de kat later niet zijn gram gehaald heeft, weten we de komende dagen pas. Toen ik namelijk het terrein verliet aan het einde van de middag, was de jongeling nergens meer te bekennen. En onbevredigende afloop van een enerverende dag dus.
Die dag begon met een jong dat er duidelijk zin in had. Die rende, al vleugelflapperd, wat over de stok heen en weer. Al snel had hij het kunstje in de gaten en sprong/vloog het dak van de kast op. Vandaar uit probeerde hij als een heuse bergbeklimmer de top van de schoorsteen te bereiken, doch dat mislukte jammerlijk. Uiteindelijk liet hij zich terug vallen op de kast om daar even later elegant vanaf te zweven. Hij landde echter beduidend minder elegant in de wilg waar een Eksterpaar aan het broeden is. Die stelden zijn onaangekondigde bezoek bepaald niet op prijs. Doch toen zij hem dat duidelijk probeerden te maken, greep zijn moeder hardklauwig in. Die hield de Eksters met recht "onder zich" zolang het jong daar takkeling aan het spelen was. Even later stimuleerde zij hem om het dak van een van de gebouwen op te vliegen. Hij volgde haar trouw. Wat later raakte hij echter aan de grond, tussen gebouw en hek. Lastig wegkomen daar. Smal en hoog opgeschoten stengels en gras. Hij heeft het veelvuldig - afgewisseld met hazenslaapjes - geprobeerd en klaarblijkelijk is het hem dus gelukt, met of zonder hulp van de kat (of van welk ander minder vriendelijk dier dan ook). Wij zullen het spoedig weten.
(Klik voor de diashow en het YouTube-filmpje op de desbetreffende button.)
(Klik voor meer foto's en een filmpje op de desbetreffende button.)
Volgens mijn voorspelling moet de eerste overmorgen uitvliegen. En dat lijkt aardig te gaan kloppen!
Toen ik aankwam leek het er even op dat een van de vijf jonge Duindorpse Torenvalken zich niet aan mijn planning had gehouden. Maar gelukkig, het was het vrouwtje, dat boven op de schoorsteen zat. Die waakte kennelijk over de flapperende meute. Je weet tenslotte maar nooit. De adrenaline bruist bij het grut immers volop.
Ze staan druk te doen en maken daarbij soms bedelgeluiden alsof ze dagen niet gegeten hebben. Maar ze moeten wat mij betreft nog even door trainen en zich netjes houden aan die voorspelling, toch...? Het gaat hier tenslotte ook om mijn geloofwaardigheid, ja..!.
De "Viervlek". De eerste - voor mij nieuwe - Libellensoort die dit seizoen voor de lens kwam. Wat een "plaatje"!
En als je Libel zegt, luistert de Boomkikker gelijk mee. "Waar Libel?"
Tenminste vier jongen! Die telde ik vanmorgen in het Torenvalkennest op Jachthaven Jonkman. Misschien is het vijfde ei ook uitgekomen, maar de ex-bewoner daarvan liet zich dan in elk geval niet zien.
Het ouderpaar heeft het er wel druk mee. Aan de ene kant moeten ze hun buur-Bruine Kiekendieven uit de buurt van het nest houden en aan de andere kant moeten ze ook nog eens voldoende prooi aanvoeren.
Wat mij trouwens telkens weer opvalt bij dit stel is dat het zo schuw is. Het vrouwtje kwam pas terug op het nest toen ik mij nóg verder dan ver had teruggetrokken. Gelukkig dat ik teteletoeter er op had staan, anders waren de kiekjes nog minder geworden.
Ik telde twee takkelingen bij de Haviken op Koudenhoorn, maar door het allerbelabberdste zicht op het nest, kan het best zijn dat ik daar wat heb gemist.
Het valt mij so-wie-so mee dat er nog iets van op de foto is gekomen, want het klotste daar op die lagerwal genoeg om het nest telkens weer kwijt te zijn. Het is er bovendien erg ondiep. Dus als je daar ook niet nog eens goed op let, zit je zo aan de grond. Onrustig dus!
Ik kreeg dus een van de twee à drie jongen op de plaat en een van de ouders. Ik denk niet dat iemand mij dat nadoet!
Op De Oude Kooi - het eiland van de Unie van Watertoeristen - zag ik alleen een koppetje van een jong boven de Havikshorst uitsteken. Daar zit dus ook leven in. Leuk.
Van nest vier heb ik geen foto's, want dat is van de Bruine Kiekendieven in de Hellegatspolder achter Jachthaven Jonkman. Dat die jongen hebben, kon ik opmaken uit de voedselvluchten. Hun nageslacht ligt goed verstopt tussen het riet. Dat zie je voorlopig nog niet.