De Krekelzanger en de Bosrietzanger. Die twee soorten kon ik vandaag bijschrijven op mijn soortenlijst. Beide in Vlaardingen.
De eerste zeldzaamheid zag ik - ver weg en tegen het licht in helaas - in de Broekpolder, de tweede - iets dichterbij - in de Rietputten. Die werd trouwens op naam gebracht door Rob die reageerde op mijn oproep op Facebook.
In de Rietputten kiekte ik - naast die Bosrietzanger - ook nog een gezinnetje Blauwborst en een overvliegend Koekoekvrouwtje. Verder zag ik er onder andere een Vos, een voorbij vliegende Roerdomp, wat jonge Baardmannetjes, veel Rietgorzen en Rietzangers, wat Grutto's, Tureluurs en Bergeenden, de Tjiftjaf en Fitis en tot slot de Cetti's Zanger. Een vruchtbaar dagje dus weer.
Kijk voor meer foto's maar even in het Flickr-album van vandaag.
Er zitten minstens vier jonge Torenvalken in de kast aan de Zeezwaluwstraat. Ik heb zelfs een foto waarop nog meer dons te zien is, maar die is niet 100% overtuigend.
Een ding is echter wél zeker: de ouders hebben het er maar druk mee. Het vrouwtje jaagt driftig mee en het mannetje springt regelmatig bij om de opdringerige kraaien en kauwen te verjagen.
Die beesten moeten bekaf zijn!
Minstens twee jongen. Die telde ik vanmorgen in de Torenvalknestkast op de Jachthaven Jonkman. En bij de Haviken op Koudenhoorn zag ik er volgens mij achteraf op de foto wel drie.
En tussen die twee nestplekken in stonden er nog twee andere soorten klaar voor de kiek. Eerst de Velduil in de Kooipolder. Die zat heerlijk in het zonnetje te niksen. Hij had al twee zeilboten aan zich voorbij laten trekken zonder met zijn ogen te knipperen. En toen ik daarna langs kwam varen keek hij daar wel even van op, maar vervolgens arrogant de andere kant op. Pas toen er een vreemde snuiter in een kano hem te na kwam, hield hij het voor gezien.
Een paar paaltjes verder bleef een Grutto wél stoer staan voor de kanoër. Ook voor mij uiteraard, want hij had van de uil begrepen dat ik de minst enge was van de twee. Had ik even mazzel.
Het Torenvalkmannetje wilde nu wel eens zien waar ík dan wel woonde. Ik was nou al zo vaak bij hem op bezoek geweest, dat hij zo zachtjes aan wel een tegenbezoekje móest afleggen. En het beviel hem wel. Alleen die gastvrijheid. Toen hij op ons dak wilde landen, werd hij verjaagd door de meeuwen die daar net een nest aan het bouwen zijn. Dan niet. En hij ging door. Tot later!
Een goede vangst vandaag daar in het radioduin. Ondanks de regen kwam het Torenvalkmannetje in mijn wacht-uur (10:45 - 11:45 uur) vier keer met een muis aanzeilen. Het vrouwtje kon er echter geen genoeg van krijgen; zij bedelde om meer.
Zoals je in dit onderzoek kunt lezen, brengt - bij een succesvol nest van zes tot zeven jongen - het mannetje gemiddeld acht muizen per vlieguur aan. Bij een nest van vier jongen gemiddeld 5,5.
Daarbij rekent men met een vliegduur per dag van 4,75 uur. Als je die getallen met elkaar vermenigvuldigt, gaat het om een jachtopbrengst van 38 c.q. 26 muizen per dag. Dat is dus best veel, zeker als je die getallen vergelijkt met die uit een maand prooi-onderzoek bij de WaterTorenvalken met vijf jongen in 2015. (Waarschijnlijk zit het verschil tussen die onderzoeken in de hoeveelheid prooi die nodig is om ook de oudervogels te voeden (elk drie tot vier muizen per dag)).
Er vanuit gaand dat het mannetje in mijn wacht-uur ongeveer een half uur tot drie kwartier daadwerkelijk heeft gejaagd, komt hij dus wel aan die aantallen, zeker als ook het vrouwtje hem een handje helpt.
Het hangt van hun inspanningen af hoeveel jongen er uiteindelijk uitvliegen. Het zal mij benieuwen!