Gisteren een vrouwtje Bruine Kiekendief dat grashalmen uitstrooide, vandaag het vrouwtje #10 met een forse tak. Dat wijst - volgens Henk - op nestbouw. Takken worden namelijk meestal alleen gebruikt voor het fundament. Wat aan de late kant, dat bouwen, zou je zeggen. Maar de hele natuur is laat, dus wie weet. We gaan het zien.
En dit vrouwtje pikte ik op in de tegenoverliggende polder. Toen ik langs voer, vloog zij achter mij aan, haalde mij in en ging vervolgens op deze staak zitten om mij totaal in verwarring te brengen. Die locatie had ik namelijk eigenlijk al opgegeven. Te voorbarig?
En tot slot van dit dagberichtje dit vloekende mannetje. Hij vond duidelijk dat ik te dichtbij was. Ik niet, maar gaf hem toch zijn zin en droop af. Hij nam weer plaats op zijn uitkijkpost en zweeg.
Ze komen niets te kort, de jonge Bruine Kiekendieven in de tarwe-akker. Terwijl moe de kraaien bij hen uit de buurt houdt, scoort pa een haas/konijn voor hun lunch. Lekker bezig!
Hier mijn belevenissen van vandaag.
Omdat ik gisteren met mijn bootje daar lelijk op de stenen had liggen malen, besloot ik vandaag maar met de auto naar deze lokatie #14 te gaan. Bij aankomst kwam eerst het vrouwtje en vlak daarop het mannetje uit de tarwe omhoog. Ze moesten een passerend koppel Bruine Kiekendieven uit hun luchtruim verjagen. Daarna ging pa jagen en moe patrouilleren. Behalve dat ze het daarbij ook nog aan de stok kreeg met wat kraaien, zag ik ook nog wat vreemds. Ze plukte op een gegeven moment van langs de rand van de akker wat grashalmen, die ze even later in de buurt het nest plukje voor plukje uitstrooide. Ik begreep er geen klap van*. Zou ze de lading niet naar het nest durven brengen? En het werd nog gekker toen ze nog twee keer naar de polder aan de overkant vloog en weer terugkwam met grashalmen c.q. nestmateriaal dat ze voortijdig uitstrooide. (Achteraf herinnerde ik mij dat gedrag eerder te hebben gezien en beschreven en wel op 3 mei 2019; kijk maar.)
Een paar minuten later was ze weer voor mij herkenbaar bezig. Ze landde nu met prooi op het nest. Daar bleef ze vervolgens lange tijd aan de grond. Intussen kwam pa nog even over mij heen vliegen, duidelijk met de intentie om mij te checken. Goed volk kennelijk, want hij ging door met jagen.
Ik volgde hem daarbij en ontdekte dat hij het nabijgelegen natuurgebied gebruikt als plukplaats. Ik zag hem er namelijk landen met die grote prooi van bovenstaande foto, kennelijk om die voor te bereiden voor consumptie. Hij bleef er - net als gisteren - dik een kwartier mee aan de grond om hem vervolgens ook nu naar locatie #14 te gaan brengen. Omdat hij daar eerder was dan ik, zag ik weer niet of dat een bezorging tot op het nest betrof of een prooi-overdracht in de lucht. Wat ik beide keren als afloop van de actie te zien kreeg, was pa die zich op een paaltje aan de rand van de akker uitvoerig stond te poetsen.
Ik had - na twee uur en driekwartier posten - genoeg gezien en droop af. Het gaat daar prima de luxe.
De Wassenaarse Sperwers hebben jongen. Dat constateerde ik vanochtend op basis van de voerbewegingen die het vrouwtje op het nest stond te maken. Zij gunde mij slechts één blik, maar daar kon ik wel wat mee....
Ik trof bij het Sperwernest in Leiden een Gaai aan. Geen goed teken. Joost wist mij desgevraagd te melden dat hij er eerder een Houtduif op had aangetroffen. Hij verwees mij voor hun huidige woon- en/of verblijfplaats naar Herman. En die liep ik toevalling bij de Strengen tegen het lijf. Die vertelde dat ze elders in het park broeden. Voor de kenners: op de plek van twee jaar terug.
Er zijn ook jongen bij de Bruine Kiekendieven in Warmond. Dat blijkt uit deze foto's van het plaatselijke vrouwtje. De eerste prooi is onduidelijk. De tweede is een muis. Zij bleef maar aanslepen. Kennelijk weet ze waar Abraham de mosterd haalt. Een goed teken.
Ook jongen bij de Sassemse Slechtvalken. Volgens Hans drie mannetjes. Inmiddels zijn die geringd en vliegvlug. Ik zag er maar eentje en die zat ook nog eens half te pitten, kennelijk onder het motto: "De aarde wordt het best genoten met de ogen half gesloten."
Ik ging terug naar De Lier om te zien of de plaatselijke Torenvalken al jongen hebben. Ik werd geen moer wijzer. Wél dat ze de kast nog gebruiken, maar waarvoor werd mij niet geopenbaard. Geduld is een schone zaak!
En in Het Kraaiennest beloofde ik een vogelend koppel dat ik de Steltkluut en de Bruine Kiekendief dan wel even voor hen op de foto zou zetten. En zo geschiedde....
Het kiekendief-vrouwtje was trouwens wel een ander dan de drie die ik er de vorige keer gezien meende te hebben. Nummer vier? Of toch de - toevallig met datzelfde koppel besproken - lichtinval?
'Wat worden ze groot hè?!'
De twee jonge Zwarte Roodstaarten uit de garage zijn inmiddels al zo groot dat ze zich bij 'katten-alarm' nu zelf kunnen redden. Ze vlogen, tezamen met ma, soepeltjes het dak op toen het zover was. Ik zag het gebeuren en was gerustgesteld.
Daarmee komt er waarschijnlijk ook een einde aan mijn verslaglegging over dit broedsel. Wie weet tot nest 2?