Op Lentevreugd vloog de Bonte Kraai vanuit het tegenlicht over mij heen, richting Panbos. Gezien dus, maar niet gekiekt.
Dat laatste lukte wel toen ik eenmaal weer terug was op de haven. Ik kwam daar voor de - door Natalia doorge-sms-te - Kuifduiker. Die zat dus duidelijk aan de andere kant. Maar om mij niet de 'P' erin te laten krijgen, vloog er eerst een IJsvogeltje mijn gezichtsveld binnen en vlak daarop een Zwarte Roodstaart. Was ik toch niet voor joker de verkeerde kant op gegaan.
Aan de overzij bleef de Kuifduiker - net als de Bonte Kraai - een beetje in het tegenlicht pielen. Die komt nog wel aan de beurt als hij blijft slapen. Maar dat zien we morgen dan wel weer.....
Ik zag hem vanaf het Noordelijk Havenhoofd zo'n beetje voor mijn huis ronddobberen, deze Roodkeelduiker. Had ik net zo goed thuis kunnen blijven dus...., want meer was er toch niet.
Op de Frater-locatie stond vanmorgen een grote grondzeefmachine te draaien die werd gevoed en ontlast door een nog meer herrie makende shovel. Weg dus Fratertjes.
Op het bunkerterrein aan de overkant zat nog wel een groepje Kneutjes. Dan dat maar, ondanks de zeevlam. Je moet toch wat...
Geen idee waarom ze het in het duin hebben gezet, het nieuwe gele transformatorhuisje. Maar ook vanochtend kwam het mij goed van pas. Omdat er water op blijft staan, is het dak een ideale drinkplaats voor vogels. De twee Fratertjes komen er in elk geval met enige regelmaat hun dorst lessen. Dank dus aan de Gemeente voor deze onbegrijpelijke locatiekeuze en dank ook aan de ontwerper voor de slechte afwatering! Goed fout!
(Onder de Flickr-button staan nog wat foto's. FF klikken dus.)
Na een halfuurtje voor joker te hebben gezocht naar de Fraters, had ik de hoop eigenlijk al opgegeven. "Gevlogen", dacht ik. Maar toen ik na nog een halfuurtje het Zuidelijk Havenhoofd af liep, stond er een hele meute naast het gele transformatorhuisje te kicken en te klikken. Ik dus meteen ook. En zie hier het resultaat.
"Geduld is een schone zaak!" (Als ik dat zou hebben).
(Met dank aan Marco die ze gisteren daar ontdekte, en aan John, August, Natalia, Marius en Hans die mij (als enige nog levende WhatsApp-loze vogelaar) per mail c.q. sms op de hoogte brachten/hielden.)