De jonge Ross' Meeuw was naar het Noordelijk Havenhoofd gevlogen en bleef daar keurig zitten tot ik (vooralsnog als enige) was omgereden.
Ik had vanaf het Zuidelijk Havenhoofd goed gekeken waar ik hem op Noord moest zoeken. Laag op de blokken en niet te zien vanaf het loopdek. En toen ik er eenmaal was, kiekte ik eerst de verkeerde. Pas nadat die wegvloog en ik nog even verder keek dan mijn neus lang was, ontdekte ik de - gelukkig niet mee weggevlogen - dreumes. Vervolgens had ik nog zo'n tien minuten het rijk met hem alleen. Daarna werkte mijn 'geklik' toch weer als een soort magneet en kwamen er meer 'kijkers op de kust'. Ik moest vanaf toen mijn corona-anderhalve meter - en dus het blok waarop ik stond - een paar keer fel verdedigen tegen 'indringers'. Ik gaf dat vrij snel op en verdween. Ik had mijn beurt méér dan gehad! Een leuke - en na Vlissingen 2018 - hernieuwde kennismaking met deze zeer zeldzame soort.
>> Zie ook het filmpje dat ik van het beestje maakte.
Zij was er niet van onder de indruk, dit Rietgorsvrouwtje. En de mannen deden vocaal nog wel zo hun best.
Bij de Rietzangers leek het wel of alleen de mannetjes terug waren. Zij zongen zich rot, maar ik kon niet ontdekken voor wie of wat. En op 't Joppe trof ik een broedende Havik en bij twee IJsvogelnesten activiteit.
Eindelijk weer een dagje Kaag dus; genieten!
Omdat Marius op 30 maart al 'volop bedrijvigheid' meldde vanuit de Natte Pan bij Flitspaal 2 (foto boven) en er op 9 april parende Torenvalken had gezien, heb ik vanmiddag daar ook een tijdje in het zonnetje gezeten om de boel in de gaten te houden. Ik zag geen moer helaas. Ook nauwelijks andere vogels trouwens. Wordt vervolgd!
Dit keer zag ik wél wat Kruisbekken vliegen en twee vrouwtjes in een Den scharrelen, maar kieken? Ho maar. Deze klopgeest dan maar.