Herhaaldelijk ging hij kopje onder, de Grote Jager. Ik trof hem bij de KZVS, terwijl hij bezig was een meeuwtje weg te werken. Aanvankelijk had hij daarbij nog vaste grond onder de voeten, maar al ras nam de sterke onderstroom zijn prooi steeds verder mee de branding in. En daar nu stonden af en toe kapitale brekers. Als hij er zo een op tijd in de gaten had, ging hij even de lucht in. Maar soms liet hij zich verrassen, met een zeiknat pak tot gevolg.
Na een half uur was hij het beu en liet de prooi de prooi. Of hij vol zat of op temperatuur wilde komen, vertelt het verhaal niet. Het maakte mij ook geen bal uit. Ik had met 324 foto's ook meer dan zat. 'Ten volle bediend', heet dat geloof ik.