Een van de vrijvliegende jongelingen verdween jammerlijk in de kabelgoot van de ontluchtingspijp in de duinen. Hij bleef zolang onzichtbaar dat ik mij geroepen voelde poolshoogte te gaan nemen. Daar aangekomen kwam hij net als een grote parkiet weer omhoog geklauterd. Uitgeput bleef hij op de deksel van die goot zitten en verroerde zich nauwelijks meer. Morgen maar weer eens even kijken of hij al van de schrik bekomen is.

 De andere drie bleven ook vandaag liever thuis. Het was hen te onstuimig.