Er overwinteren jaarlijks zo'n 40 tot 70 Dwergganzen in Nederland. Een zeldzame soort dus. Dit jaar zitten ze vooralsnog bijna allemaal in het Oudeland van Strijen.
In 1979 startte in Zweden een introductieprogramma. Uit een fokgroep werden eieren gehaald, deze werden kunstmatig bebroed en in de laatste fase van het broeden overgedragen aan halfwilde brandganzen. De jonge dwergganzen werden als eigen kuikens geadopteerd door de brandganzen. Deze brandganzen en hun pleegkuikens werden losgelaten in Zweeds Lapland, in de habitat van de dwerggans. De brandganzen vertoonden hun normale trekgedrag en vlogen in het najaar (met hun pleegkinderen) naar het zuiden, vaak naar Nederland. Op deze manier zijn tussen 1981 en 1989 172 dwergganzen geherintroduceerd.
Ik kiekte op 18 november 2020 voor het eerst een achttal "Goudoogjes", zoals ze liefkozend genoemd worden, waaronder de roodgeringde RF* van bovenstaande foto, en werd op slag verliefd op hun lieve bekkies. En toen John mij ook nog eens zijn exemplaar van het boek "De dwergganzen van Anjum" uitleende, besloot ik na lezing daarvan dit "Vogelweetje" over de soort te maken.