Toen ik deze detailpagina van de OCEAAN II (2) ging maken, vroeg ik mij af hoeveel voorgangers zij eigenlijk heeft gehad. Zo ontstond als vanzelf onderstaand verhaal. Wat veel misschien, maar je kunt het ook gewoon overslaan en beneden aan de pagina beginnen. Succes ermee.
De havenslepers van Scheveningen door de jaren heen
1903 - Geen 'Zeehaven Scheveningen' zonder slepers
De nieuw te openen Scheveningse Haven móet een sleepdienst krijgen en wel eentje met meer dan één sleepboot. Dat baseert de Raadscommissie op het verwachte aantal assistenties bij het in- en uitvaren van de vloot. Die bestaat immers dan nog hoofdzakelijk uit bommen en zeilloggers. Zo'n driehonderd in totaal schat men. De Gemeente gaat 'voortvarend' met dit advies aan de slag. Hoewel......voortvarend.....?? Het wordt een potje powerplay met de reders.
1904-1905 - Reder Van Eyk
Er is bepaald geen sprake van een vlekkeloze opening van de nieuwe zeehaven. Zo lopen er in de laatste maanden van 1904 al af en toe schepen binnen, terwijl er dan eigenlijk nog niets goed geregeld is. De Gemeente heeft ten aanzien van het slepen bijvoorbeeld wél bedacht met slechts één sleepdienst in zee te willen gaan, maar even vergeten dat tevoren met de reders af te stemmen. Die blijken bepaald niet blij te zijn met zo'n monopolie. De kleine sleepbootreder W. van Eyk uit Schiedam verzoekt de Gemeente bovendien officieel om 'de haven voor alle sleepdiensten open te stellen'. Tevergeefs, zal later blijken. De Gemeente gunt begin januari 1905 de concessie voor vijf jaar toch aan maar één partij, te weten L. Smit & Co's Sleepdienst uit Rotterdam. Die kan dan echter niet direct aan de slag, want eerst moet de Gemeenteraad zich er nog over uitspreken. Dat gebeurt pas op 3 april. Knap te laat dus, want op 21 december 1904 is de haven al 'officieus' geopend. Toen liep de eerste logger van Rederij Jacob den Dulk Czn. feestelijk de haven binnen. Die werd trouwens gesleept door een sleepboot van voornoemde firma van Eyk uit Schiedam. De sleepbootreder blijkt dus het antwoord van de Gemeente niet te hebben afgewacht, maar gewoon, te zamen met zijn zoons, met twee 'rivierbootjes' aan de slag te zijn gegaan. Er moet tenslotte iemand slepen. Hij krijgt pas nadat L. Smit & Co's Sleepdienst de concessie officieel heeft verworven, van de Gemeente te horen dat aan zijn eerdere verzoek, vooralsnog geen gehoor zal worden gegeven. Daarbij speelt kennelijk ook dat niet iedereen zijn sleepboten even geschikt vindt voor het werk. Zo moet op 18 januari 1905 de baggerfirma met zijn eigen sleepboot een logger lostrekken die is vastgelopen in de buitenhaven.
1905-1928 - L. Smit & Co's Sleepdienst
L. Smit & Co’s Sleepdienst stelt intussen wel al een Scheveningse vertegenwoordiger aan, te weten Dhr. Van de Rovaart. Die krijgt 'om niet' de beschikking over kade- en opslagruimte. De sleepdienst start officieel op 25 mei 1905. Dan lopen de rader-stoomsleepboot ZEELAND (2) en de stoomsleepboot WESP voor het eerst de haven binnen, elk met een Scheveningse bom op sleeptouw. De ZEELAND blijkt in de praktijk - met zijn lengte van 33,53 meter - echter een flink maatje te groot. Bovendien zitten zijn de raderkasten in de weg bij het langzij nemen van een sleep. De WESP is juist weer te klein. Ze worden vervangen door de kleinere stoomsleepboten KINDERDIJK en VALK. De ZEELAND verdwijnt uit Scheveningen. De WESP blijft voor 'het kruimelwerk'. Een jaar later wordt ook de te kleine VALK teruggetrokken en komen er twee sterkere schepen in Scheveningse dienst. Die worden op verzoek van de Gemeente uitgerust met een brandblusinstallatie. Het zijn de STAADUIN en de KIJKDUIN (2). Die laatste zou trouwens aanvankelijk MOSSEL gaan heten en heeft als nieuwigheid dat hij zijn diepgang kan variëren door en in- en uitpompen van water.
Als de officieel aangestelde sleepdienst uiteindelijk goed functioneert, moet de Gemeente af van sleepbootreder Van Eyk en zijn bootjes. Zij daagt daarom zijn zoon als kapiteins van respectievelijk de sleepboten MARTINA en WILLEM, voor het 'illegaal aanbieden van sleepdiensten' voor het kantongerecht. Die zaak dient in augustus. Zij bekennen het ten laste gelegde, doch worden op 17 augustus 1905 van rechtsvervolging ontslagen. Later worden vader en een van de zoons echter wél veroordeeld tot een boete van fl 25,00. Hun Schevenings avontuur komt daarmee ten einde.
De KINDERDIJK wordt op 5 juni 1906 omgedoopt tot STAALDUIN en is alleen nog op Scheveningen actief als een van de vaste schepen voor onderhoud tijdelijk uit de vaart is. Op 27 september 1918 krijg ze een tweetal stortzeeën te verwerken, waardoor de motor defect raakt. De uitgevaren KIJKDUIN krijgt geen sleepverbinding tot stand, waarna zij tegen het Noordelijk Havenhoofd komt te liggen. De bemanning wordt door middel van touwen gered. Later wordt het schip gelicht en opgelapt om naar Rotterdam te kunnen worden afgevoerd. In maart 1919 wordt ze in beschadigde toestand verkocht.
In verband met een nieuw contract met de Scheveningse haringreders zijn in c.q. vanaf 1908 drie sleepboten op Scheveningen actief, de WACHTER, de STAALDUIN en de KIJKDUIN (2).
Eind 1909 zegt L. Smit & Co's Sleepdienst het contract met de Gemeente op omdat de voorwaarden 'te bezwarend' zijn. Kennelijk komen ze er uit, want het bedrijf blijft.
Op deze, vermoedelijk uit 1913 daterende foto, is als achterste boot ook nog de MAASSLUIS (3) te zien. Van wanneer, tot wanneer die op Scheveningen dienst heeft gedaan, heb ik niet kunnen achterhalen. Wel vond ik nog een foto van 27 maart 1919 waarop te zien is dat het schip is verdaagd op de basaltblokken in de buitenhaven. In een poging een schip van het Noordelijk Havenhoofd af te krijgen, krijgt zij zelf een tros in de schroef. De Haagsche Courant doet in haar editie van 31 maart 1919 verslag van dit voorval.
In 1917 ontbindt de gemeente haar overeenkomst met L. Smit & Co en laat het inhuren van sleepdiensten in den vervolge over aan de reders. Waarschijnlijk als reactie daarop, maar ook omdat i.v.m. de oorlog de gewone trawlers niet mogen vissen, brengt Reder Fr. Vrolijk in dat jaar drie 'multifunctionele' sleepboottrawlers in de vaart, de EXPRES - SCH 463, de JACOB - SCH 464 en de DOLFIJN - SCH 465. Met die schepen wordt zowel gesleept als gevist. De eerste en de laatste doen maar één jaar dienst; de JACOB tot 1924. De meeste andere reders blijven zaken doen met L. Smit & Co. Doch, omdat door het teruglopend aantal assistenties het sleeploon niet meer toereikend is, lopen de contractbesprekingen voor 1927 op dat punt stuk. De schepen worden eind 1926 teruggetrokken.
Op 19 januari 1927 wordt door de Scheveningse Reders een contract afgesloten met de Gebr. J. en F. Muller uit Dordrecht die er de volgende dag al de EN AVANT IV stationeert. Er wordt overeengekomen dat er vanaf 1 mei een tweede Muller-boot ingezet zal worden.
Tot verbazing van menigeen komt er op diezelfde 20 januari ook een Smit-boot terug naar de haven. Het waarom daarvan wordt niet helder.
De EN AVANT IV blijkt in de praktijk te weinig vermogen te hebben. Daarom wordt nog diezelfde maand het contract in onderling overleg weer opgezegd en komt L. Smit & Co opnieuw aan de bak. Dat duurt maar een klein jaartje, want eind 1927 geeft het bedrijf te kennen voor 1928 het contract met de reders niet te verlengen wegens te weinig werk c.q. inkomsten. Veel reders zijn dan namelijk gestopt en er zijn nog maar weinig zeilloggers over. Eind 1927 vertrekken de Smit-boten uit Scheveningen.
1928-?? - Sleepboot-Exploitatie Maatschappij IJmuiden
De reders zijn vanaf nu voor sleepbootassistentie aangewezen op de NOORDWIJK van de Sleepboot-Exploitatie Maatschappij IJmuiden. Die start op 1 augustus van dat jaar met zijn dienstverlening. Hoelang die op Scheveningen actief blijft, vertelt de historie niet. Over de periode 1 augustus 1928 tot 1950/1962 is vooralsnog niets te vinden.......
1950 - v/h Fr. Vrolijk
De stoomsleeplogger SCHEVENINGEN (ex. SCH 160 ONDERNEMING II) komt in actie om een logger over de verraderlijk zandplaten rondom de havenhoofden naar buiten te slepen. Iets dat volgens de bron al twintig jaar niet gebeurd is.
1962-1981 - Rederij Trip
Als reactie op de uitbreiding van de vrachtvaart op Scheveningen, wordt in 1962 de Rederij Trip opgericht. Die neemt de sleepboot TRIP in dienst, de voormalige MON DESIR. Twee jaar later krijgt deze gezelschap van de EUROTRIP de vroegere MAASVLAKTE. De Leidse Courant van 21 januari 1974 meldt dat de EUROTRIP in die nacht door onbekende oorzaak in de haven is gezonken, net toen de bemanning aan boord wilde gaan. Deze foto toont de daarop volgende berging.
1981-19.. - Sleepdienst Oceaan VOF
Begin 1981 wordt de sleepdienst ondergebracht in een nieuwe rechtspersoon, de Sleepdienst Oceaan VOF. Deze stoot de TRIP gelijk af en vervangt die in mei 1982 door een nieuwbouw schip, de OCEAAN met een trekkracht van 7 ton.
De EUROTRIP wordt dat jaar omgedoopt tot OCEAAN II en gaat tot 1994 ook voor de nieuwe VOF varen. In dat jaar wordt zij opgevolgd door de huidige OCEAAN II (2), een toen nagelnieuw schip met een trekkracht van 10 ton.
1 juli 1980-heden - Sleepdienst Scheveningen VOF (sinds 29 december 2015 een BV)
Doorleefd en bejaard, varen de OCEAAN (1982) en OCEAAN II (1994) nog steeds en nu voor de Sleepdienst Scheveningen BV, te zamen met G. de Ruiter Scheepsagenturen, ondergebracht bij Rederij Vrolijk.
Tabel: De OCEAAN II (2) en haar voorgangsters
foto | Sleepboot | in de vaart onder die naam | op Scheveningen | bijzonderheden |
s.slb. MARTINA | 1901-1911 | 1904-1905 |
|
|
s.slb. WILLEM | 1903-1906 | 1904-1905 |
|
|
s.slb. ZEELAND (2)* | 1868-1917 | 1905 |
|
|
? | s.slb. WESP* | 1903-1947 | 1905-???? |
|
s.slb. KINDERDIJK (2)* | 1875-1906 | 1905-1906 |
|
|
? | s.slb. VALK (1)* |
1877-1930 | 1905-1906 |
|
? | s.slb. KIJKDUIN (2)* | 1905-193. | 1906-1928 |
|
? | s.slb. STAALDUIN* | 1906-1919 | 1906-1918 |
|
? | s.slb. MAASSLUIS (3)* | 1907-193. | ??1907-1928?? |
|
? | s.slb. WACHTER* | 1895-1930 | 1908-?? 1925 ?? |
|
sleepboottrawler EXPRES - SCH 463 | 1917-1918 | 1917-1918 | ||
? | sleepboottrawler JACOB - SCH 464 | 1917-1924 | 1917-1924 | |
? | sleepboottrawler DOLFIJN - SCH 465 | 1917-1918 | 1917-1918 | |
? | s.slb. EN AVANT IV | 1921-1929 | 1927 |
|
? | s.slb. NOORDWIJK | 1915-1940 | 1928-?? |
|
? | s.slb. SCHEVENINGEN - SCH 160 | 1915-1952 | ?? 1950 ?? |
|
? | TRIP | 1962-1981 | 1962-1981 |
|
? | EUROTRIP | 1964-1981 | 1964-1981 |
|
? | OCEAAN | 1982-heden | 1982-heden |
|
? | OCEAAN II | 1981-1994 | 1981-1994 |
|
? | OCEAAN II (2) | 1994-heden | 1994-heden |
|
*) Scheepsdetails zijn terug te vinden in het boek: SMIT 150 deel 2
= nog nader te onderzoeken
(Geraadpleegde bronnen o.a.: '100 Jaar Scheveningen Haven' en 'Smit 150' en het krantenzoeksysteem 'Delpher.')
Via onderstaande links kan je nog meer te weten komen over de OCEAAN II (2):