Het begon vanmiddag met een Middelste Zaagbek-man bij het Zuidelijk Havenhoofd. Die werd direct gevolgd door een handjevol Futen, de jonge Eider-man en een Zeekoet. Toen - op het duintje naast de windmolen - de Torenvalk-man en bij de oude Norfolksteiger een Zwarte Roodstaart-man en een hoop Aalscholvers, waaronder deze in broedkleed. In de zwaaikom weer een (of de) Zwarte Roodstaart, een Koperwiek, wat Dodaarsjes, de gewonde Roodkeelduiker en een overvliegende Grote Gele Kwikstaart. Tot slot bij de ingang van de Pijp nog een jonge Knobbelzwaan.

Kortom een ware potpourri aan gevleugelde vrienden. Leuk, en dat alles te zamen met Ben die ik toevallig tegen het lijf fietste. Zie hier zijn blog inclusief zijn foto's.

Ze waren zo druk met elkaar dat ze vandaag wat minder schuw waren dan normaal, de Oeverpiepers. Ik drukte toch maar af, onder het motto: 'Wie het kleine niet eert…'.

Verder kwam ik - naast de Steenlopertjes, de meeuwen, de Futen, de Dodaarsjes en de Aalscholvers - vandaag nog tegen: wat Paarse Strandlopers, de Roodkeelduiker, twee Middelste Zaagbekken, twee Wulpen, wat Drieteenmeeuwen, de Torenvalkman in zijn kast en wat Huismussen en Spreeuwen. En natuurlijk een paar Zeehonden en Bruinvissen, maar die vliegen niet.

Verder: tam!

Rond de Brouwersdam vliegen er al een tijdje drie en in Den Helder is er dit jaar twee keer een gesignaleerd, maar hier voor Scheveningen is dit volgens mij de eerste dit jaar: de Grote Stern. Ik zag hem vanmorgen zuidwaarts vliegen.

Verder nog steeds veel Zeekoeten, Roodkeelduikers, Futen en Eiders richting Zuiden. Ze kunnen beter ho-houden, want ze moeten zo weer terug.

De plaatselijke Roodkeelduiker maakt het naar omstandigheden redelijk wel. Hij was ijverig duikend aan het foerageren in de Buitenhaven en had regelmatig beet. Als hij snel vertrekt redt hij het misschien.

En de Torenvalkenbak hangt er schoon en onbeschadigd bij. De drie vreemde vlekjes zijn spoorloos verdwenen. Ra-ra. Gelukkig maar!

Ik had er - gezien de windrichting en windkracht - wat meer van verwacht én dichterbij. Het bleef echter beperkt tot wat zeehonden, zowel Grijs als Gewoon (foto), een Bergeend, wat Zeekoeten, zowel zwemmend als vliegend en wat groepjes Bonte Strandlopertjes. De rest was er misschien wel, maar kwam in elk geval niet voor de lens.

Volgende keer nóg beter misschien?!

Er was iets aan de hand op het Zuidelijk Havenhoofd. Dat kon ik vanaf het Noorder zien aan de samenscholing der vogelaars. Kennelijk iets uiterst zeldzaams. Maar neen. Toen ik daar aankwam hoorde ik van Gosse en Josephine en van Jan - die ons tegemoet liep - wat er loos was. Er bleek een uitgeputte Zwarte Zee-eend op de blokken aan de binnenkant van het oude hoofd te zitten*. 'En al reddingspogingen ondernomen?' Neen dus, alleen maar toegekeken en gefotografeerd! 'Dan ga ik hem wel pakken.' 'Dan ga ik mee.' zei Jan. En zo kwam het dat hij - voorbereid op een charmante snoekduik naar het beest - hem voor het oprapen had [foto]. Zo lek als een mandje en bibberend van de kou.

Vincent - die ook had toegekeken - wist nog te melden dat hij hem kort geleden had geringd en dat hij een hele tijd in het vogelasiel De Wulp had gezeten.

Toen wij hem daar weer afleverden hoorden wij dat het een jong mannetje betrof dat vanmorgen net was vrijgelaten. Het beestje had daar vanaf eind november al gezeten en leek voldoende aangesterkt te zijn. Mis dus. Hij ging direct terug de warmte-kast in. Zijn speciale Zee-eenden-voer stond nog op tafel. Hopelijk redt hij het en vinden zij uit waarom hij zichzelf niet zeewaardig kan invetten.

Al met al: een goede actie van Jan! Wij hebben ons best gedaan, toch?

De fotoreportage, goeddeels verzorgd door Josephine en Jan, zit onder deze link.

De Torenvalkman, die kennelijk alles van een afstandje had gadegeslagen, zat mij bij mijn auto op te wachten om mij nog even te bedanken voor onze inzet. Hij ging vervolgens vlak voor mijn auto staan te bidden voor het zieleheil van de eend. Attent beest. Zijn foto's vind je hier.

P.S.

Op de vraag van Ingrid hoe wij het beestje hebben kunnen redden, realiseerde ik mij dat het best wel weer 'eng toevallig' was allemaal. Normaal hadden wij hem, zo ver in de Buitenhaven*, nooit kunnen bereiken. 'Toevallig' was het vandaag super laagwater i.v.m. bijna volle maan en ook nog 'super toevalliger' een paar minuten nadat ik besloot tot de reddingsoperatie, precies het tijdstip van laagwater (11:16 uur). Kijk maar in de getijdentabel! Door die samenloop van omstandigheden konden wij dus met droge voeten langs de binnenkant van het oude hoofd lopen om hem te bereiken. Toeval bestaat dus écht niet; écht niet!

* Zie de groene pijl op dit kaartje.

Eén Kleine Burgemeester is al een zeldzaamheid, maar twee? En dan twee die ook nog eens zo vriendelijk zijn om voor de foto heel even naast elkaar te gaan zwemmen. Niet te geloven toch?

Toen ik om even over half elf het Zuidelijk Havenhoofd op wandelde, had ik vrij snel beet. Het eerste exemplaar zat in het begin van de groep foeragerende meeuwen. Die stond er om 10:41 uur op. Een stuk verderop zag ik een tweede exemplaar. Mijn dag was helemaal goed, zeker toen ze elkaar even later opzochten. Dat leverde dus bovenstaand fotomoment op.

Ik sms'te mijn waarneming om 10:52 uur door naar August voor zijn WhatsApp-groep. Ook John bracht ik telefonisch op de hoogte. Toen ik om kwart over elf het havenhoofd weer af liep, kwam de ik de eerste tegen die op mijn melding af kwam: Nelis. Ik liet hem mijn 'vangst' nog even zien en hij deelde mijn - inmiddels bijgestelde - mening dat het twee Kleine Burgemeesters waren.

Leuke waarneming dus!

In de nestkast op het Norfolkterrein trof ik daarna nog het Torenvalkmannetje en in de zwaaikom de hevig poetsende Roodkeelduiker. Die verklaar ik hierbij ook als 'ongezond'. Hij zwemt namelijk vrijwel constant op zijn zij en zit dan even voor zijn linker poot in een zwarte plek op zijn flank te happen en te wrijven. Daar zit iets niet snor. Jammer.

Hopelijk vertrekken de twee Burgemeesters snel, voordat ze hier ook iets engs oplopen.