In het bos ontmoette ik eerst drie Goudvinken. Twee mannetjes en één vrouwtje. Soort één dus. Daarna kwamen de Bosuilen in beeld. Twee jongen en één ouder. Dat maakt twee (qua soorten dus).
In het duin zocht ik eigenlijk naar de Torenvalken, maar die lijken vertrokken te zijn. Met dank aan de Haagse Vogelbescherming dus. Ik kiekte er wél de Kneu en de Kleine Burgemeester. Toch nog iets....