Bijna was ik erin getuind. Toen ik nog behoorlijk ver weg was, dacht ik heel even écht dat de bruine Koekoek weer op haar paaltje zat. Maar dichterbij gekomen zag ik dat het de Torenvalk was. Geintje van de Koekoek. Die zat onder aan het hek te genieten van haar grap. Geintje, meneer Sonneberg, geintje!

 

Later zag ik alle Sassemse Torenvalkjongen. Drie speelden verstoppertje in de molen De Kok en de andere twee tikkertje in de Kooipolder er tegenover. Pa had ik 's morgens dus al als Koekoek en moe stond boven het poldertje te bidden. Alles wel met het stel!