Ik was mijn auto nog niet uit of ik hoorde alweer Torenvalkjes. Dit keer waren het de vijf jongen van de Jachthaven Jonkman in Sassenheim. Toen ik er heen liep zag ik er maar één. Maar toen ik de haven uitvoer, zaten ze alle vijf keurig bij elkaar op een hek in de polder. Alsof er ook hier om 10:30 uur appel was. Ik was mij van geen afspraak bewust.
Eenmaal op de plas zorgde dit bruine vrouwtje Koekoek voor wat verwarring. Niet zo gek, want ik had nog nooit de zeldzamere bruine variant gezien. Even dacht ik met een Torenvalk van doen te hebben. De kleuren en de staartbandering zijn namelijk zo goed als hetzelfde. Alleen toen ze haar kop omdraaide; die snavel en die ogen. Vooral die verschrikte ogen! Duidelijk géén valk. Die heeft mooie grote donkere kijkers. Deze: felle prikoogjes.
Er vlogen ook wat Bruine Kiekendieven rond. Zowel in de Hellegatspolder als op de Kogjespolder. Die laatste kennelijk nog met nestjongen, want er werd in de lucht prooi overgedragen, die vervolgens door het vrouwtje in het nest werd afgeleverd. Ik kreeg er niets van op de kiek.
Op Koudenhoorn waren de Haviken al uitgevlogen. Ik hoorde ze wel, maar zag ze niet. Wél zag ik er de IJsvogel. Die vloog nog met prooi haar nest in. Duidelijk dus nog nestjongen. Kennelijk is het daar binnen zo'n smeerboel dat zij bij het verlaten van de nestgang onmiddellijk verschillende keren het water in dook om zich te wassen. Leuk om te zien.
Op het Unie-eiland De Oude Kooi zat nog één jonge Havik op het nest. Hij was al vliegvlug, want na een poosje vloog hij weg.
Terug bij de haven werd ik wederom verwelkomd door de Torenvalkjes. Zij gingen vrolijk tekeer en lieten zich netjes kieken. Een glimlach-trekkende afsluiting van een dagje Kaag.