Na de Boomvalken in het Statenkwartier ging het naar hun familieleden in Morgenstond. Die waren wél gevlogen. Niets te ziens dus.

Toen door naar de Slechtvalken in Leyenburg. Daar was te zien dat de Flora- en Faunawet-ontheffing kennelijk rond is. Het gebouw leek inwendig namelijk al aardig gestript. Op de nestplek stond bovendien het raam open en waren de gordijnen voor de ramen verdwenen. Daar komen de Valken dus vast niet meer terug en dat is waarschijnlijk ook precies de bedoeling.

De vogels hebben zich echter nog niet helemaal laten verjagen. Het vrouwtje zat op het ziekenhuis en het mannetje op de achterkant van de zusterflat. Hopelijk keert de rust voor hen spoedig weer.

Terug in Scheveningen trof ik tot besluit van de steeds natter wordende vogeldag bij de helling in de zwaaikom nog een, naar 2de winterkleed ruiende, Stormmeeuw aan en een gezinnetje Zwarte Roodstaart, bestaande uit pa, ma en minstens twee bedelende jongen. Dat leverde vertederende prentjes op al zeg ik het zelf.