Hij mocht wél buitenspelen, als hij maar vóór de lunch weer thuis was. Daar leek het vanmorgen op, want toen ik om even voor negenen aankwam was hij al gevlogen en vlak voor de lunch landde hij op het dak van de nestkast, kreeg zijn lunch aangereikt, at hem op en ging toen de kast weer in. Een gehoorzaam jong.

Dat er wat aan de hand was bleek al direct toen ik het hek inkwam. Pa hield vanaf de Blauwe Toren het hele terrein vrij van andere vogels, maar ik had toen nog niet in de gaten waarom. Ik zag wel slechts vier jongen in de kast, maar ging ervan uit dat er nog eentje lag te pitten. Dat pitten werd ongeloofwaardiger toen er steeds zenuwachtiger in de kast werd gefladderd en geroepen, maar het kon nog steeds. Tot het moment dat hij ineens van achter de auto vandaan richting nestkast kwam vliegen, niet genoeg hoogte maakte, tevergeefs probeerde te landen op het bordje met de brandblusser en uiteindelijk in de duinroos aan de overkant van de weg tot stilstand kwam. Daar bleef hij netjes zitten tot wij hem op de plaat hadden. Het opstijgen ging de eerste keer ook mis, want bij de afzet boog de struik zover door dat hij er met gestrekte vleugels bovenop kwam te liggen. Hij keek ons aan met zo'n blik van: 'En nu?' De tweede poging ging wel goed. Hij verdween wat hoger in het duin. Daar vloog hij af en toe wat met zijn ouders mee, kwam zelfs een keer op een van de antennebanden op de ontluchtingspijp te zitten en kwam uiteindelijk dus weer vóór het eten naar huis.

Zijn broertjes en/of zusjes werden soms ook wat wild als pa of ma zonder prooi langs kwamen vliegen, maar dutte telkens weer in zonder de grote sprong te wagen. Dat komt vast van de week wel.