Vanochtend zat het vrouwtje Torenvalk zich mateloos te ergeren aan de kraaien. Zij waren provocerend bezig met bouwactiviteiten boven haar hoofd. Telkens vlak langs haar nestkast vliegen met ti-wraps en andere zooi en een hoop herrie maken. Hun vrachtjes vlogen daarbij bijna net zo hard weer naar beneden als dat zij ze naar boven vlogen. Hadden ze beter even kunnen wachten tot het wat minder woei, maar dat is wijsheid achteraf.
Eerder leek zij zich neergelegd te hebben bij het idee dat ze de paal met hen moest delen, maar nu kwam ze daar graag op terug. Op een gegeven moment vloog ze er zelfs eentje aan. Haar man verscheen pijlsnel uit de duinen ten tonele voor de broodnodige ruggensteun. En de kraaien dropen af. Ik heb ze daarna niet meer teruggezien op haar paal.
Bij mijn middagrondje zat het vrouwtje in het zonnetje op haar Blauwe Toren. Net toen ik af wilde nokken, zag ik het mannetje een prooi droppen in de nestkast. Zij had het ook in de smiezen en vloog er direct op af. Honger zeker. Beleefd als ze zijn, kwamen ze beide direct terugvliegen naar de Blauwe Toren, want daar stond ik tenslotte. Zij ging vreten en hij poetsen. Na het eten 'mocht' hij even, maar hij had kennelijk hoofdpijn en verdween. Ik ook.