De Tapuit op het Zuidelijk Havenhoofd van Scheveningen wilde nog steeds niet. Eén bewijsplaatje gunde hij mij slechts.

Toen maar door naar Hoek van Holland. Daar ontmoette ik mijn eerste Krombekstrandloper (soort 266). Een jong exemplaar dat vriendschap had gesloten met een jonge Bonte Strandloper.

Verder het havenhoofd op, trof ik nog mijn eerste Paarse Strandloper van dit seizoen en een Drieteenstrandloper, ruiend naar winterkleed. Later kreeg die laatste langs de waterlijn gezelschap van een tweede exemplaar dat al wat verder was doorgeruid.

De geringde jonge Zilvermeeuw staat er voor de statistiek bij. Ik zal hem indienen om te horen waar en wanneer hij is geringd.

 

P.S.

De Zilvermeeuw werd op 7-7-2014 geringd op het Papegaaienbekeiland op de Maasvlakte.